4.2 Prokaryoten

Evolutie
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Evolutie

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
  • Herhalen BS 1
  • Uitleg BS 2
  • Oefenvragen

Slide 2 - Diapositive

Tot welk domein behoort
deze cel?
A
Planten
B
Dieren
C
Prokaryoot
D
Eukaryoot

Slide 3 - Quiz

Organische stoffen
Anorganische stoffen

Glucose
Eiwitten
Nitraat
Water
Vitamine

Slide 4 - Question de remorquage

De definitie voor autotroof is
A
zelfvoedend
B
kan uit organische stoffen organische stoffen maken
C
kan uit anorganische stoffen organische stoffen maken
D
anders voedend

Slide 5 - Quiz

Rijk
Voedsel
Stof
Groep
Plant
CO2 + H2O
Anorganisch
Dier
Plantaardig / dierlijk
Organisch
Bacteriën
Plantaardig/dierlijk
Organisch
Schimmels
Plantaardig/dierlijk
Organisch
Heterotroof
Autotroof

Slide 6 - Question de remorquage

Alle organismen worden ingedeeld in drie domeinen: welke?

Slide 7 - Question ouverte

Bamboe is (1) en een panda is (2)
A
(1) autotroof, (2) autotroof
B
(1) autotroof, (2) heterotroof
C
(1) heterotroof, (2) autotroof
D
(1) heterotroof, (2) heterotroof

Slide 8 - Quiz


Koolstofdioxide
A
Organische stof
B
Anorganische stof

Slide 9 - Quiz

Basisstof 4.2

  • Hoe heet deze groep?
  • De prokaryoten
  • Waarom deze naam? 

  • We weten dat deze twee domeinen verschillen door o.a. RNA van ribosomen te vergelijken en celwand en -membraan materiaal te bekijken.

Slide 10 - Diapositive

Prokaryoot vs Eukaryoot

Slide 11 - Diapositive

Prokaryoten
  • eencellig
  • geen celkern
  • DNA ligt in een cirkel in het cytoplasma.
  • sommige prokaryoten hebben ook korte stukjes circulair DNA (plasmiden).

Bacteriën & Archaea

Slide 12 - Diapositive

Archea
- Kleine eencellige organismen
- Bevatten DNA & ribosomen
- Vaak zweepharen (flagellen)
- Voortplanten door deling (ongeslachtelijk)
- Leven in extreme omstandigheden,
   bijv. geisers, zoutmeren, diepzee

Slide 13 - Diapositive

Bacteriën
- Eencellige organismen
- Eigen circulair DNA
- plasmiden (klein circulair DNA)
- Voortplanten door
   deling (ongeslachtelijk)
- Voor mensen soms nuttig, soms schadelijk

Slide 14 - Diapositive

Celbouw bacteriën
Circulair DNA en plasmiden

Slide 15 - Diapositive

Conjugatie - horizontale genuitwisseling

Slide 16 - Diapositive

Tabel 92A

Slide 17 - Diapositive

Bacteriecel (en archea)

soorten bacteriën (79A)
Gemiddeld 10x kleiner dan dierlijke, plantaardige of schimmelcel 

Slide 18 - Diapositive

Virussen, wat zijn dat en
hoe werken ze?

Slide 19 - Carte mentale

  • Gem. 0,1 µm lang.
  • Discussie of virus leeft - zie 77D - argumenten voor/tegen?
    • Virus dat op bacteriën richt heet 'bacteriofaag'

Slide 20 - Diapositive

Virussen en bacteriën

Slide 21 - Diapositive

Bacteriofaag: virus dat bacteriën infecteert

Slide 22 - Diapositive

Nuttige prokaryoten
  1.  Beschermlaag tegen ziekteverwekkers
  2. 'Darmflora' helpt bij vertering van voedsel
  3.  Biotechnologie voor produceren van 
    o.a. yoghurt, zuurkool,  insuline (hormoon)

Slide 23 - Diapositive

Genetische modificatie - eenvoudig toe te passen bij bacteriën

Slide 24 - Diapositive

71M1

Slide 25 - Diapositive

(Schakelijke) prokaryoten 
  •  Eten ook (resten van) dieren en planten
  • Veroorzaken veel ziektes (zie 79A). Denk bijv. aan
    - (keel)ontsteking
- salmonella           
- cholera                 
- tubercolose       
  • Delen ontzettend snel, sommige wel elke
    20 min onder goede omstandigheden.

    Voor de snelle rekenaar:
    hoeveel bacteriën kan je dan hebben na 24 uur?

Slide 26 - Diapositive

Chemo-autotroof
Sommige Archeae (en enkele bacterien) zijn chemo-autotroof: in staat om organische stoffen te maken uit anorganische stoffen met behulp van energie uit een chemische reactie.

Slide 27 - Diapositive

Het mitochondrium speelt een belangrijke rol bij vrijmaken van energie. Daartoe worden een organische en anorganische stof opgenomen in de cel.
Welke anorganische stof wordt opgenomen en met welk transporttype?
A
water, met diffusie
B
water, met actief transport
C
zuurstof, met diffusie
D
zuurstof, met actief transport

Slide 28 - Quiz


Rechts zie je de 4 rijken staan. Sleep het juiste rijk naar de bijbehorende cel.
Dier

Plant
Schimmel
Bacterie

Slide 29 - Question de remorquage

Prokaryoot, kan autotroof zijn. 
Geen celwand, tussen 10-100µm lang
Wel vacuole en celkern, heterotroof
Met celkern, maakt eigen organische stoffen uit anorganische stoffen
Dier

Plant
Schimmel
Bacterie

Slide 30 - Question de remorquage

Welke organismen zijn prokaryoot?
A
bacteriën
B
dieren
C
planten
D
schimmels

Slide 31 - Quiz