Bewegingen
1 / 23
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
De wagen voor jou vertraagt. Mag je hem inhalen?
A
ja
B
nee
Slide 14 - Quiz
Mag je je voorligger langs rechts inhalen?
A
ja
B
nee
Slide 15 - Quiz
Aan dit T-kruispunt
A
mag je alleen links afslaan
B
mag je alleen rechts afslaan
C
mag je zowel links als rechts afslaan
Slide 16 - Quiz
Mag de groene auto de vrachtwagen inhalen?
A
ja
B
nee
Slide 17 - Quiz
Mag je het voertuig voor jou inhalen?
A
ja
B
nee
Slide 18 - Quiz
Je wil de fietser inhalen binnen de bebouwde kom.
A
Dat mag niet. Er is niet voldoende plaats.
B
Dat mag, maar je moet 1,5m afstand houden.
C
Dat mag, maar je moet 1 m afstand houden.
D
Dat mag niet binnen de bebouwde kom.
Slide 19 - Quiz
Wat is juist?
A
De blauwe auto mag hier niet rechts inhalen.
B
De blauwe auto mag nooit over de doorlopende lijn.
C
De blauwe auto mag hier over de doorlopende lijn.
D
De blauwe auto mag links inhalen.
Slide 20 - Quiz
Waarom mag je hier niet inhalen? (op het examen is dit -5)
A
onder een tunnel mag je niet inhalen
B
een fietser mag je niet inhalen
C
je mag niet inhalen als je de tegenliggers niet ziet komen
D
de rijbaan is te smal, je kan niet voldoende afstand houden
Slide 21 - Quiz
Mag je de bijzonder overrijdbare bedding over om in te halen?
A
ik mag alleen op de BOB als ik rechts afsla
B
ik mag alleen op de BOB als ik wil dwarsen
C
ik mag nooit over de BOB
D
om in te halen mag ik over de BOB
Slide 22 - Quiz
Wat is juist?
A
De blauwe auto mag doorrijden.
B
De grijze auto die van rechts komt mag doorrijden.
C
Alle weggebruikers voor het kruispunt moeten stoppen.
D
De blauwe auto mag links afslaan.
