26 mrt

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Past simple

Vorm:

hele werkwoord + ed

Signaalwoorden:

gisteren

vorige week

vorig jaar

... geleden

in ... (jaartal)

(He walked, I lived)

yesterday

last week

last year

... ago

in ...

(verleden tijd)

Past simple

• Werkwoord met een medeklinker + y? 
  

werkwoord + ied

I study  >  I studied 

I try  > The boy tried 

• Werkwoord van 1 lettergreep met korte klinker?
  

verdubbel laatste letter + ed

I stop  >  I stopped

I clap  >  We clapped

Past simple 

Ontkennende zinnen: didn't + hele werkwoord

Lucy zag haar vrienden vorige week niet.  >

Lucy didn't see her friends last week.

Ik liep gisteren niet naar school.  >

I didn't walk to school yesterday.

Past simple 

Gingen we in Juli naar Spanje?  >  

Did we go to Spain in July?

Vragende zinnen: Did + hele werkwoord

Liep Kim gisteren naar school?  >  

Did Kim walk to school yesterday?

Weinig mensen keken(=watch) gisteren naar die wedstrijd.

Kocht jij vorige week een nieuwe laptop?

Translate

1.  Lucas werkte vorig jaar niet bij(=at) de Jumbo.

2. Had jij vandaag veel tijd om je huiswerk te maken?

3. Julia was boos omdat ze haar eerste wedstrijd niet won.

4. Dronk Tessa gisteren niet veel water?

5. Ik ging vorige week niet naar het schoolfeest.

Bezit 

's 

'

De tas van James       >      James's bag

De tuin van mijn ouders    >    My parents' garden 

De boeken van de kinderen       >      The children's books

Translate

1. De kat van Amy 
2. De boeken van de kinderen
3. De auto van mijn ouders
4. De vrienden van Ben
5. De ouders van die leerlingen
6. De vader van Emily
7. De honden van mijn vrienden
8. De laptop van haar zus