E H2

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

De financiële levensloop

Domein E

Hoofdstuk 2

havo 4

Waar denk je aan bij het begrip financiële levensloop?

Als je jong bent (zeg tot 15 jaar) heb je dan over het algemeen spaargeld of schulden?

1. spaargeld
2. schulden

Aan het einde van je studie (rond je 23-ste) heb je dan over het algemeen spaargeld of schulden?

1. spaargeld
2. schulden

Mensen met een eigen huis (rond 30 jaar) zullen zij per saldo meer spaargeld of schulden hebben?

1. spaargeld
2. schulden

Iemand tegen het begin van zijn/haar pensioen, zal meer schulden of spaargeld hebben?

1. spraargeld
2. schulden

Lees domein E Hoofdstuk 2

Heb je na het lezen van hoofdstuk 2 vragen?

Leg in je eigen woorden uit wat het verschil is tussen een stroomgrootheid en een voorraadgrootheid

Een momentopname van de bezittingen en het vermogen.

Een overzicht van de kosten en opbrengsten in een bepaalde periode.

Resultatenrekening

Balans

stroomgrootheden

voorraadgrootheden

Bij een stroomgrootheid denk (of zeg) je altijd een tijdseenheid. 
Bij een voorraadgrootheid denk (of zeg)  je altijd een tijdstip.

Stroom

Voorraad

loon

studieschuld

 jaarlijkse aflossing van de hypotheekschuld

 aantal werklozen

winst

bevolkingsomvang

bbp

 te betalen hypotheek rente

saldo spaarrekening