2.3 Massa en volume

2.3 Massa en volume
2.3 Massa en Volume 
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

2.3 Massa en volume
2.3 Massa en Volume 

Slide 1 - Diapositive

Programma van de les
  • Wat weet ik nog van de vorige lessen? 
  • Uitleg paragraaf 2.3: massa en volume
  • Zelfstandig aan de slag

Slide 2 - Diapositive

Hoe was je vakantie?
A
Top
B
Mwah
C
Blij dat ik weer naar school kan
D
Wanneer begint de kerstvakantie?

Slide 3 - Quiz

Welk rijtje bevat alleen maar stofeigenschappen?
A
kleur, smaak, volume
B
gewicht, brandbaarheid, hardheid
C
kleur, geur, hardheid
D
volume, gewicht, brandbaarheid

Slide 4 - Quiz

Je onderzoekt een bepaalde stof. Welke stof is dit?

De stofeigenschappen zijn;
Brandbaar, vaste fase, niet buigzaam.
A
Metaal
B
Glas
C
Benzine
D
Hout

Slide 5 - Quiz

Brandbevorderend
Corrosief
Slecht voor je hart
Irriterend
Pas op
Langetermijn gezondheidschade
Explosief
Ontvlambaar

Slide 6 - Question de remorquage

Wat is de grootheid die bij uur hoort?
A
Lengte
B
Tijd
C
Massa
D
Hoelang

Slide 7 - Quiz

Omrekenen !
(kilo - hecto - deca - .......................... - deci - centi - milli)

Hoeveel gram is 3,5 kg
A
35
B
350
C
3500
D
35000

Slide 8 - Quiz

Welke grootheid hoort bij Kubieke meter?
A
Massa
B
Gewicht
C
Volume
D
Tijd

Slide 9 - Quiz

Omrekenen !
(kilo - hecto - deca - .......................... - deci - centi - milli)

Hoeveel kiloWatt (kW) is 600 W
A
6000
B
0,006
C
0,6
D
6

Slide 10 - Quiz

Doel van deze les
  1. Je kan het verschil tussen gewicht en massa uitleggen.
  2. Je kan 2 manieren benoemen hoe je het volume van een stof kunt bepalen

Slide 11 - Diapositive

Massa en gewicht
Als we met stoffen werken  hebben we vaak een bepaalde hoeveelheid nodig.   Om de juiste hoeveelheid
af te meten maken we gebruik van een weegschaal.

Zo'n weegschaal meet hoe zwaar de stof is OF
het geeft de massa van de stof weer.
Gewicht: kracht waarmee de aarde trekt aan iets
massa (m): hoe zwaar een stof is in kg of g

Slide 12 - Diapositive

Volume
Het volume is hoeveel ruimte een stof inneemt (of inhoud). Uitrekenen met 
l x b x h of met de onderdompel methode. Volume (V) wordt gemeten in ml of L OF          of 


cm3
dm3

Slide 13 - Diapositive

Volume van een cilinder (m)
Ook van cilinders kun je het volume uitrekenen.
Dit doen we met de formule:


V=πr2h

Slide 14 - Diapositive

Voor volume worden verschillende eenheden gebruikt. 1 mL is gelijk aan:
A
1 mm3
B
1 cm3
C
1 dm3
D
1 m3

Slide 15 - Quiz

Voor volume worden verschillende eenheden gebruikt. 1 is gelijk aan:
dm3
A
1 mL
B
1 dL
C
1 L
D
1 cL

Slide 16 - Quiz

Volume

is een stofeigenschap
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

De formule voor volume van
een balk is ...
A
lbh
B
vm
C
pv
D
l+b+h

Slide 18 - Quiz

volume bepaal je met het meetinstrument de...
A
weegschaal
B
liniaal
C
maatbeker
D
maatcilinder

Slide 19 - Quiz

Wat is het volume van deze steen?
A
24 mL
B
9 cm3
C
9 L
D
9 cm

Slide 20 - Quiz

Wat het symbool voor de grootheid volume?
A
v
B
V
C
L
D
P

Slide 21 - Quiz

Een symbool voor massa is...
A
g
B
cm
C
p
D
m

Slide 22 - Quiz

Eenheid van massa is?
A
Kilogram
B
gram
C
Liters
D
Millilitters

Slide 23 - Quiz

Eenheid van volume is?
A
Kilogram
B
gram
C
Liter
D
meter

Slide 24 - Quiz

Wat is massa?
A
hoeveel een stof weegt
B
Gewicht
C
Wat de weegschaal aangeeft
D
Volume

Slide 25 - Quiz

Zelfstandig aan de slag
K2: Maak paragraaf 2.3 blz. 61  t/m 66 vraag 1 t/m 15
B2: Maak paragraaf 1.6 blz. 46 t/m 52
Noteer wat  je moeilijk/lastig vindt of niet snapt in je werkboek!

K2: zelfstandig nakijken (nakijkboekje)
B2: Ben je klaar: laat het even zien aan de docent. Doe daarna de extra omrekenoefeningen (volgende dia)

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Lien

Slide 28 - Lien