17 juni: mondeling oefenen

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Communiceren doe je samen 2

Welkom vwo 4B

Op tafel:

Map/schrift, pen

• Telefoon in het zakkie en rechtsboven op je tafel óf in je tas en daar blijft 'ie dan ook.
• Jas uit en over je stoel.
  
• Tas van tafel.

Ga in een groepje van 3 zitten!

Communiceren doe je samen 2

• Oefenen voor het mondeling
• Was je er afgelopen donderdag? Kies dan nu een ander boek om over te praten. 

Vandaag maandag 17 juni:

Opzet mondeling

Je voert 3 x 10 minuten een gesprek over de 4 boeken.

Per gesprek heb jij een andere rol, namelijk:

• Lezer
• Schrijver
• Uitgever

In elke rol spreek je over de vier boeken.

 

Je mag zelf kiezen met welke boek je wilt beginnen. 

Communiceren doe je samen 2

Opzet mondeling

3 leerlingen

3 docenten

3x 10 minuten: 1 op 1,

dan wisselen.

Verdeel de taken:

Leerling 1: interviewer

Je stelt de vragen en vraagt door waar nodig. 

Leerling 2: leerling

Je geeft antwoord op de vragen. 

Leerling 3: beoordelaar

Je luistert en beoordeelt de antwoorden van de leerling

Ronde 1: het perspectief van de uitgever. 

- Wat staat er op de kaft? Waarom is er voor deze kaft gekozen?

- Wat is de titel? Waarom is er voor deze titel gekozen?

- Vind je het boek er aantrekkelijk uit zien? Waarom wel of niet? Zou je het kopen/lenen als je het ergens ziet liggen?

- Waarom is dit verhaal de moeite waard om uit te geven? 

- Wat is het genre van dit verhaal? Hoe zie je dat terug in het verhaal?

- Waarom is dit verhaal literatuur?

De beoordelaar geeft een tip en een top. 

Kan de leerling genoeg vertellen?

Kent de leerling de verhaallijn?

Heeft de leerling het verhaal geïnterpreteerd?

Heeft de leerling een onderbouwde mening gegeven?

Ronde 2: Het perspectief van schrijver. 

- Hoe eindigt het verhaal? Waarom zou de schrijver voor dit einde gekozen hebben?

- Waar speelt het verhaal zich af? Waarom zou de schrijver voor deze omgeving kiezen? 

- Wat is het thema van het verhaal? Met welke motieven verwijst de schrijver naar het thema?

- Hoe komt de schrijver aan dit verhaal? Is het verhaal (deels) autobiografisch? 

- Levert de schrijver kritiek op de maatschappij?

De beoordelaar geeft een tip en een top.

Kan de leerling genoeg vertellen?

Kent de leerling de verhaallijn?

Heeft de leerling het verhaal goed geïnterpreteerd?

Heeft de leerling een onderbouwde mening gegeven?

Ronde 3: Het perspectief van de lezer. 

- Vind je het boek de moeite waar? Waarom wel of niet?

- Vind je dit boek leuker of minder leuk dan de andere boeken? Waarom?

- Wat vond je het mooiste/interessantste deel van het verhaal? Waarom dat deel?

- Wat vind je van de schrijfstijl?

- Heb je iets geleerd van dit verhaal?

- Zou je het boek aanraden aan een ander? Waarom?

 

De beoordelaar geeft een tip en een top.

Kan de leerling genoeg vertellen?

Kent de leerling de verhaallijn?

Heeft de leerling het verhaal goed geïnterpreteerd?

Heeft de leerling een onderbouwde mening gegeven?

Wat heb je geleerd van deze oefening? 

Wat moet je nog extra voorbereiden? 

Zou je dit nu in elke rol over elk boek kunnen?