PORTRET TEKENEN vmbo2

PORTRET TEKENEN
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

PORTRET TEKENEN

Slide 1 - Diapositive

Wat ga je doen?

In de komende lessen ga je oefenen met portrettekenen en een dubbel zelfportret maken aan de hand van een foto.


Slide 2 - Diapositive

Verhoudingen
(symmetrisch)

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Plat vs. plastisch

Slide 5 - Diapositive

Plat vs. plastisch

Slide 6 - Diapositive

PLat vs. plastisch

Slide 7 - Diapositive

Arceren

Slide 8 - Diapositive

En face vs. trois quart vs. en profil

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Vidéo

VERHOUDINGEN

Ieder gezicht heeft individuele trekken. 
De neus is bij de een wat langer, bij de ander wat breder. Ondanks deze verschillen kun je toch zeggen dat er algemene verhoudingen zijn die bij het portrettekenen van pas komen. 

Een gezicht is bijvoorbeeld symmetrisch, de linker- en rechterhelft zijn nagenoeg elkaars spiegelbeeld. 
Hoe dit precies zit leer je in de volgende opdrachten. 

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Lien

Voordat we beginnen eerst een klein stukje over verhoudingen.
-De ogen zitten in het midden van het gezicht.
-De neus zit op de helft van de onderste helft van het gezicht.
-De haarlijn zit op de helft van de bovenste helft van het gezicht.
-De lippen zitten onder de neus, net een beetje boven het midden.

Slide 15 - Diapositive

Oefening verhoudingen in gezicht 


Gebruik geodriehoek of liniaal (A4 papier)

1. Teken eerst een verticale lijn, voor hoe hoog je het hoofd wil maken.
2: Teken een ei vorm: De basis van je gezicht. Wat breder van boven en smaller van onder.
4: Deel het ei door de helft, door precies in het midden, een verticale streep te tekenen.
5: Teken ook een horizontale streep precies in het midden.
6: Deel de onderste helft van het gezicht ook weer in twee gelijke helften.

Slide 16 - Diapositive


7. Op de horizontale lijn teken je, met schetslijntjes, de vorm van de ogen. Let op dat er tussen de twee ogen ruimte is voor één oog, en dat er links en rechts een klein beetje ruimte over is.

8. Teken dan de basisvorm van de neus in een driehoek. De neus deelt het stuk onder de ogen weer in tweeën. 

9. Daaronder de lippen, die komen in de lege ruimte onder de neus, en dan net boven het midden. Op één achtste, dus. De mond is wat breder dan de neus.
 
10. Dan teken je de oren links en rechts, tussen de ogen en de onderkant van de neus.

11. De nek is best breed, dus teken deze niet te smal, net voorbij de oren naar beneden. Schouders zijn, ook al ben je niet zo gespierd, best breed in vergelijking met je hoofd, dus teken ze breed genoeg.   

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

COLLAGE

Maak op je werkblad een collage van ogen, oren, monden en neuzen. de afbeeldingen kun je opzoeken in de tijdschriften die in het lokaal liggen. Plak er zoveel mogelijk op; je kunt ze namelijk goed gebruiken als voorbeeld bij de volgende opdracht.

Slide 19 - Diapositive

Ogen, neuzen, monden, wenkbrauwen en oren oefenen.

Teken deze op je werkblad en gebruik verschillende vormen:
Lachend, triest, klein, groot etc. 
Oefen ook met schaduw en licht (plasticiteit).

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Opdracht: half portret

Slide 22 - Diapositive

Half zelfportret
Laat iemand anders een paar scherpe foto's van je maken ('en face' !) of neem een foto van iemand anders. Kies samen met de docent de beste foto uit en print hem uit op A4. Knip dan netjes door de helft.
Plak de linker helft aan de linker kant van je papier (A3) en de andere aan de rechter kant van je papier (op de achterzijde van je werkblad staan al lijntjes waar je ze kunt opplakken).
Maak de foto's weer compleet door ze af te tekenen.
De linker foto teken je af door eerst lijnen te gebruiken. Daarna maak je hem plastisch door gebruik te maken van donker/schaduwen en licht. Hiervoor mag je verschillende hardheden potlood gebruiken.
De rechter foto ga je je fantasie gebruiken: maak er een horror/lief/strip/etc. gezicht van.

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive