Mentor zelfvertrouwen

LOB: zelfvertrouwen
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BeroepsoriëntatiePraktijkonderwijsLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

LOB: zelfvertrouwen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat ga je doen?
Wat is zelfvertrouwen?

Jouw zelfvertrouwen? Gekwetst? 

Klaar? Maak een tegel


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfvertrouwen

Slide 3 - Carte mentale

Woordspin: waar denk je aan bij het woord zelfvertrouwen?
zelf
vertrouwen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer ging je aan je zelfvertrouwen twijfelen? Heeft er ooit iemand iets gezegd of gedaan?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Let goed op! Na het filmpje krijg je vragen over het filmpje.
Waarmee vergelijkt Akwasi zelfvertrouwen?
A
met een schep zand
B
met een gouden schatkist

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke gedachten zijn slecht voor je zelfvertrouwen?

A
Ik kan niks.
B
Ik ben slecht.
C
Ik ben dom.
D
Alle drie zijn slecht.

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is goed voor je zelfvertrouwen?
A
Denk positief
B
Complimenten
C
Help een ander
D
Wees aardig voor jezelf

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke tip heb jij voor iemand die weinig zelfvertrouwen heeft?

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een tegel
Bedenk of zoek een tekst die zelfvertrouwen geeft.

Schrijf de tekst op.

Versier de tegel.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een foto van je tegel.

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Je bent op een feestje.
Je staat aan de kant.
Je bent verlegen.
A
je hebt zelfvertrouwen
B
je voert het hoogste woord
C
je bent fotogeniek
D
je bent een muurbloempje

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je zegt je vakantie af. Je gaat niet weg.
A
aanpassen
B
annuleren
C
twijfelen
D
vertrouwen

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zal ik weggaan?
Of zal ik blijven?
A
aanpassen
B
annuleren
C
twijfelen
D
vertrouwen

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik ben gewoon de allerbeste.
Ik reken beter dan iedereen.
Niemand is leuker dan ik.
A
aanpassen
B
arrogant
C
fotogeniek

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions