(WEEK 2) 1B1 - 3.1 Present Continuous & 3.2 Question Tags

to online English class 👋🏻
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

to online English class 👋🏻

Slide 1 - Diapositive

WEEK 2
TUESDAY
TODAY
Intro Unit 3
Grammar 3.2
DE PLANNER & HET HUISWERK ZULLEN OOK IN MAGISTER KOMEN TE STAAN.
YESTERDAY
Grammar 3.1
New planner @ ELO
Present Continuous
Question Tags

Slide 2 - Diapositive

WEEKTAAK
huiswerk is een
DUS, volgende week dinsdag heb je WEEK 2 af!

Slide 3 - Diapositive

GOALS:

Aan het eind van deze les kun je:
  • benoemen wanneer je de Present Continuous en Question Tags gebruikt;
  • de Present Continuous toepassen in een Engelse zin;
  • een zin aanvullen met de juiste Question Tag.


Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Let's see what you remember!
What can you tell me about the ...

Slide 6 - Diapositive

Present Continuous

Slide 7 - Carte mentale

Complete the sentence and use the PC:
"Tory ... (to wash) her hair right now."

Slide 8 - Question ouverte

Complete the sentence and use the PC:
"Why ... you ... (to use) your phone in class?"

Slide 9 - Question ouverte

Complete the sentence and use the PC:
"I ... (not / to sleep) yet."

Slide 10 - Question ouverte

3.1 Present Continuous
De Present Continuous is een tegenwoordige werkwoordstijd. 

Je gebruikt dit wanneer iets op dit moment bezig of nu aan de gang is.

Slide 11 - Diapositive

Present Continuous
AM / IS / ARE
+
WW
+
ING
+

-

?
She is watching a movie.
She is not watching a movie.
Is she watching a movie?
"Zij is een film aan het kijken."

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

3.2 Question Tags
Question Tags zijn korte vraagjes aan het einde van een zin waarmee je om bevestiging vraagt.
NL: Je bent niet echt blij, hè?
EN: You aren't really happy, are you?

Slide 14 - Diapositive

3.2 Question Tags
Je herhaalt hiervoor het onderwerp en het eerste werkwoord uit de zin en deze draai je dan om!
You aren't really happy, are you?

Slide 15 - Diapositive

3.2 Question Tags
Je herhaalt hiervoor het onderwerp en het eerste werkwoord uit de zin en deze draai je dan om!
Let op! Je mag niet elk onderwerp herhalen.
Your sister isn't really happy, is she?
Your parents are really happy, aren't they?
Your cat is really happy, isn't it?

Slide 16 - Diapositive

3.2 Question Tags
Na een bevestigende zin (+) is de tag ontkennend (-)
Na een ontkennende zin (-) is de tag bevestigend (+)
You aren't really happy, are you?
You are really happy, aren't you?

Slide 17 - Diapositive


Even oefenen..



Kort WEL af wanneer nodig en schrijf GEEN vraagteken op!

Slide 18 - Diapositive

Complete the sentence with a QT:
"The trip isn't very expensive, ... ?"

Slide 19 - Question ouverte

Complete the sentence with a QT:
"Ms Butter doesn't like to lose, ... ?"

Slide 20 - Question ouverte

Complete the sentence with a QT:
"That cat has a big tail, ...?"

Slide 21 - Question ouverte

Complete the sentence with a QT:
"Your sister can't swim, ...?"

Slide 22 - Question ouverte

Complete the sentence with a QT:
"You aren't eating, ...?"

Slide 23 - Question ouverte


Ik snap nu hoe ik Question Tags kan gebruiken.
A
Ja, vet makkelijk!
B
Ja, met aantekeningen moet het lukken!
C
Nee, ik twijfel nog vaak.
D
Nee, ik snap er geen snars van..

Slide 24 - Quiz


FINISH WEEK 2

Slide 25 - Diapositive