Grammatica - les 1.7 - persoonsvorm

1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

deze les:
  • leesboek                                                                                          10 min.
  • nabespreken toets                                                                       5 min.
  • uitleg- persoonsvorm vinden in een zin                           15 min.
  • zelfstandig werken werkblad                                                 10 min.
  • afronden les                                                                                      5 min.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Vorige lessen:
  • persoonsvorm tegenwoordige tijd
  • persoonsvorm verleden tijd 

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Het werkstuk ...... (worden t.t.) te laat ingeleverd.

Slide 7 - Question ouverte

Het werkstuk ...... (worden t.t.) te laat ingeleverd.

1. het werkstuk = het  
2. ik-vorm +t
3. ik word +t     
4. wordt             

Slide 8 - Diapositive

De conciërge .......... (houden t.t.) de leerlingen goed in de gaten.

Slide 9 - Question ouverte

De conciërge ....... (houden t.t.) de leerlingen goed in de gaten.
1. de conciërge = hij  
2. ik-vorm + t
3. ik houd + t   
4. houd         

Slide 10 - Diapositive

Grammatica- les 1.7

Slide 11 - Diapositive

Doel van de les:
  • Weten waarom grammatica belangrijk is en wat je ermee kunt.
  • Verschil zinsontleding en woordsoorten benoemen kennen. 

Slide 12 - Diapositive

Zinsontleding

Opa heeft Jantje het fietsen geleerd.

Slide 13 - Diapositive

Zinsontleding



Opa / heeft / Jantje / het / fietsen / geleerd.

Slide 14 - Diapositive

Zinsontleding

Opa / heeft / Jantje / het / fietsen / geleerd.
ow      pv            mw      bwp    wwg          wwg
           + wwg

Slide 15 - Diapositive

zinsontleding - werkwoordspelling

Slide 16 - Diapositive

woordsoorten benoemen

Opa     heeft    Jantje    het    fietsen    geleerd.
p.vnw    ww        p.vnw   lw           ww          ww

Slide 17 - Diapositive

woordsoorten - spelling / andere talen
meervoud zelfstandige naamwoorden:

Slide 18 - Diapositive

woordsoorten - spelling / andere talen
bijvoeglijk naamwoord:

Slide 19 - Diapositive

Spel

Slide 20 - Diapositive

TT: Tegenwoordige tijd
NU

Slide 21 - Diapositive

T
VT : Verleden Tijd
TOEN

Slide 22 - Diapositive

tijdproef

Slide 23 - Diapositive

De kinderen lopen samen naar school toe.
A
TT
B
VT

Slide 24 - Quiz

De kat gleed van het dak
A
TT
B
VT

Slide 25 - Quiz

Pak je schrift!
Is de slide geel?

Schrijf de aantekeningen 
over in je schrift!

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Wat is de persoonsvorm?

Ik denk dat ik morgen niet naar school ga.

Slide 28 - Question ouverte


Noteer de persoonsvorm.

Gisteren heeft zijn opa een vakantie geboekt.

Slide 29 - Question ouverte

Wat is de persoonsvorm?

Mevrouw Van Deest probeert de persoonsvorm uit te leggen.


Slide 30 - Question ouverte


Noteer de persoonsvorm.

In een safaripark lopen de dieren vrij rond. 

Slide 31 - Question ouverte

Maken: H1 - werkblad persoonsvorm (in SOM)
timer
10:00
Schrijf je antwoorden in je schrift!


Klaar?

Slide 32 - Diapositive

Hoe vind je de persoonsvorm?

Slide 33 - Question ouverte

Afsluiting

  • Huiswerk: werkblad persoonsvorm maken
  • Volgende les: werkwoordelijk gezegde

Slide 34 - Diapositive

Afsluiting
  • Doelen herhalen
  • Huiswerk: les 1.4 en 1.5 afmaken
  • Volgende les: les 2.5 werkwoorden -tegenwoordige en verleden tijd

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive