Les 1: Wat is geld?

Geld
GELD
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapsonderwijsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Geld
GELD

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het einde van de les:
- Weet ik waarom we geld gebruiken.
- Kan ik de manieren opnoemen hoe ik geld kan verdienen en kan uitgeven.
- Weet ik hoe sparen werkt.
- Weet ik op welke manier ik kan betalen.
- Ken ik een aantal andere munten uit andere landen.

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
GELD

Slide 3 - Carte mentale

Wat weten leerlingen al over geld?
Wat is geld eigenlijk?

Slide 4 - Diapositive

Geld is een middel om mee te ruilen. Elk persoon, bedrijf, sportclub etc gebruikt geld om dingen te kopen. Dit kunnen zowel dingen zijn zoals eten of andere spullen als mensen die iets voor jou kunnen doen. 
Waarom bestaat geld?

Slide 5 - Diapositive

Mensen hebben altijd spullen geruild, maar zo'n 2000 jaar geleden werden de eerste muntjes gebruikt. Deze muntjes hadden een bepaalde waarde waar iedereen het mee eens was, hierdoor hoefde mensen niet allemaal dure spullen te verslepen om te ruilen maar konden ze gewoon de muntjes geven. 
Later werd er ook waarde aan papiertjes  gegeven omdat dat goedkoper was om te maken en tegenwoordig staat al het geld online. Eigenlijk zijn het gewoon papiertjes maar we hebben met z'n allen bedacht dat het wat waard is. Grappig he, we hebben zelf geld bedacht dus.
Geld verdienen
- Werk
- Van de overheid
- Van anderen

Slide 6 - Diapositive

Dit noem je je inkomsten. Je kan werken voor een 'salaris' (loon). Je kan soms ook geld krijgen van de overheid. 
Wat kan ik doen met geld?
- Uitgeven
- Sparen
Wat kan je doen met geld?

Uitgeven


Sparen

Slide 7 - Diapositive

Je kan je geld uitgeven en je kan je geld sparen. Wat is dat dan precies? Bij uitgeven ruil je het geld voor iets wat je nodig hebt of wil hebben. Dit moet je natuurlijk niet te snel doen want anders is het heel snel op. Mensen moeten dus altijd letten op hoeveel geld ze hebben en het niet zomaar uitgeven. Omdat mensen soms zeker willen weten dat ze genoeg geld hebben om iets te kopen zetten ze het even aan de kant zodat ze zeker weten dat ze genoeg geld hebben. Dit noem je sparen. Net zoals dat je pokemon kaarten kan sparen kan je geld sparen. Dit doe je op een spaarrekening. 
Aan wat voor soort dingen moet je geld uitgeven?

Slide 8 - Question ouverte

+ Uitleg over vaste kosten en variabele kosten
Hoe kan je betalen?
- Cash / Contant
- Betaalpas
- Creditkaart
- Cheque
- Online
- Cadeaukaart

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geld sparen
- Sparen voor duurdere dingen
- Geld op je rekening zetten 
voor dingen die je altijd moet 
blijven betalen
- Dingen kopen die veel waard zijn

Slide 10 - Diapositive

Je kan ook geld op een spaarrekening zetten, dit betekent dat je je geld aan de bank geeft en je het niet direct kan uitgeven. Zo kun je dus sparen en als je het geld nodig hebt dan haal je het van de bank af. 

Wat kan ik doen met geld?
- Uitgeven
- Sparen
Betaalrekening:

  • Vragen bij de bank
  • Geld meteen uitgeven
  • Geld geven en krijgen
  • Verbonden aan een pasje
Spaarrekening:

  • Vragen bij de bank
  • Alleen geld opzetten (niet afhalen)
  • Een beetje extra geld (rente)

Slide 11 - Diapositive

Het verschil uitleggen tussen betaal- en spaarrekening.
Wat kan je doen als je weinig geld hebt?

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Omgaan met geld
Weinig geld: Sparen, goed letten op hoeveel geld je uitgeeft, minder kopen, lenen

Veel geld: Sparen (voor later), investeren, letten op hoeveel geld je uitgeeft

Slide 13 - Diapositive

Wat moet je doen als je veel of weinig geld hebt. Investeren is een lastig begrip dus leg het op een simpele manier uit.
Geld in Nederland

Slide 14 - Diapositive

Gulden en Euro's

Slide 15 - Diapositive

In heel veel andere landen gebruiken ze de Euro:

Nederland, België, Frankrijk, Spanje, Italië, Griekenland, Finland, Malta, San Marino, Ierland, Vaticaanstad, Monaco, Portugal, Duitsland,  Estland, Letland, Litouwen, Cyprus, Luxemburg, Oostenrijk, Slovenië, Slowakije, Kroatië, Zimbabwe, Andorra, Kosovo en Montenegro
Geld in het buitenland

Slide 16 - Diapositive

Andere 'valuta'
Geld in het buitenland
Dollar (VS, Australië, Canada, Nieuw-Zeeland)
Pond (Verenigd Koninkrijk)
Lira (Turkije)
Shekel (Israël)
Kronen (Tsjechië, Denemarken, Noorwegen, Zweden)
Rand (Zuid-Afrika)
Roebel (Rusland)
Yen/Yuan (Japan, Korea, China)

Slide 17 - Diapositive

Andere valuta

Slide 18 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions


QUIZ

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is 'salaris'?

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke 3 manieren zijn er om geld te krijgen?

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een voorbeeld van een bank in Nederland

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn 'financiën?'

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet de oude munt van Nederland?
A
Franken
B
Daalder
C
Gulden
D
Shekel

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk betaalmiddel wordt niet vaak in Nederland gebruikt
A
Creditcard
B
Pinpas
C
Cheque
D
Contant geld

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions