To be

To Be
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

To Be

Slide 1 - Diapositive

Ik ben....wat is dat in Engels?

Slide 2 - Carte mentale

Hij is...

Slide 3 - Carte mentale

Wij zijn...

Slide 4 - Carte mentale

Welke drie vormen van " to be" heb je net gebruikt?

Slide 5 - Carte mentale

werkwoord 'zijn'


verb 'to be'
'To be'

Ik
ben
Jij
bent
zij
is
Hij 
is
Het
is
Wij
zijn
Jullie
zijn
Zij
zijn
I
am
I'm
You
are
You're
She
is
She's
He
is
He's
It
is
It's
We
are
We're
You
are
You're
They
are
They're

Slide 6 - Diapositive

werkwoord 'zijn'


verb 'to be'
'To be'
negative
(negatief)
I
am not
I'm not
You
are not
You're not
She
is not
She's not
He
is not
He's not
It
is not
It's not
We
are not
We're not
You
are not
You're not
They
are not
They're not
Ik
ben niet
Jij
bent niet
zij
is niet
Hij 
is niet
Het
is niet
Wij
zijn niet
Jullie
zijn niet
Zij
zijn niet
IS NOT = ISN'T
ARE NOT = AREN'T

He isn't at home.
They aren't at home

Slide 7 - Diapositive

werkwoord 'zijn'


verb 'to be'
'To be'
question
(vragend)
Ben
ik?
Ben
jij?
Is
zij?
Is
hij?
Is
het?
Zijn
wij?
Zijn
jullie?
Zijn
zij?
Am
I
Are
you?
Is
she?
Is
he?
Is
it?
Are
we?
Are
you?
Are
they?

Slide 8 - Diapositive

You...(to be) a nice person.
(Missing part only)

Slide 9 - Question ouverte

They ...(to be - not) big football fans.

Slide 10 - Question ouverte

He ...(to be - not) late.

Slide 11 - Question ouverte

Jake and Tom ..(to be) best friends.

Slide 12 - Question ouverte

I ...(to be) really tired.

Slide 13 - Question ouverte

James ..(to be) at school.

Slide 14 - Question ouverte

Maak vragend: Mary and James ...(to be) really good friends.

Slide 15 - Question ouverte

Maak de ontkenning (-) met 'to be':
She ...... (not, to be) happy.

Niet afkorten! Alleen ontbrekende woorden

Slide 16 - Question ouverte

Maak de ontkenning met 'to be'.
John and I ..... (not, to be) a couple.
Niet afkorten!

Slide 17 - Question ouverte

Maak een vragende zin met 'To Be'
...you going to the party tonight?

Slide 18 - Question ouverte

Maak een vragende zin met 'To Be',
....he a good football player?

Slide 19 - Question ouverte

Ik snap deze grammatica

A
Nee
B
Meer dan een beetje, maar ik heb nog steeds mijn twijfels
C
Een beetje
D
Ja

Slide 20 - Quiz

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 21 - Question ouverte