Quiz Weekritme 3

NederlandQuiz....
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesPraktijkonderwijsLeerjaar 3

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

NederlandQuiz....

Slide 1 - Diapositive


A
Ijsbergsla
B
Witte kool
C
Witlof
D
Boerenkool

Slide 2 - Quiz

Hoe wordt een middagdutje in Spanje genoemd?
A
Een middagdutje
B
Een siësta
C
Een power nap
D
Een slaapmutsje

Slide 3 - Quiz

Welke van onderstaande getallen zijn allemaal even?
A
44,78,2,53
B
3,2,44, 89
C
75,4,6,88
D
2,10,22,66

Slide 4 - Quiz




Hoe heet deze worst?
A
Saucijs
B
Knakworst
C
Rookworst
D
Verse worst

Slide 5 - Quiz

Hoe worden rimpels bij de ooghoeken ook wel genoemd?
A
Kraaienpootjes
B
Lachrimpels
C
Rimpels
D
Eksterpootjes

Slide 6 - Quiz

Hoeveel zijdes heeft een dobbelsteen?
A
8
B
4
C
6
D
5

Slide 7 - Quiz


A
mokkagebak
B
vlaaitaart
C
appeltaart
D
moorkop

Slide 8 - Quiz


In welke maand
begint de herfst?
A
Augustus
B
Oktober
C
November
D
September

Slide 9 - Quiz

Welk attractie bedoelen de Engelsen met rollercoaster?
A
Reuzenrad
B
Achtbaan
C
Carrousel
D
Wildwaterbaan

Slide 10 - Quiz

Hoe heet deze vis?
A
zoute haring
B
zure haring
C
zoete haring
D
braadharing

Slide 11 - Quiz

Wat is de grootste euromunt?
A
€100,-
B
€1,-
C
€500,-
D
€2,-

Slide 12 - Quiz

Waarvoor staat de afkorting OV in de OV-chipkaart?
A
Openbaar Verkeer
B
Openbaar Vervoer
C
Openlijk Vervoer
D
Openbaar Voertuig

Slide 13 - Quiz

Hoe heet deze lekkernij?
A
pecannoten
B
paprikanoten
C
pestonoten
D
pepernoten

Slide 14 - Quiz

Wat betekent de afkorting GTST?
A
Geven, tekenen, schrijven en tikken
B
Goede tijden, slechte tijden
C
Goed, tip, slecht, tijdperk

Slide 15 - Quiz

Wat heb je niet meer als je blut bent?
A
Geld
B
Bezit
C
Grond
D
Vrienden

Slide 16 - Quiz

Wat springt er figuurlijk over als je verliefd bent?
A
Een vlo
B
Een pijl
C
Een vonk
D
Een vuurvliegje

Slide 17 - Quiz

Welke ster is overdag aan de hemel te zien?
A
De maan
B
De zon
C
De poolster
D
Mars

Slide 18 - Quiz

Bas en Kim willen 4 pizzabroodjes kopen, deze kosten samen €7,30. Bas heeft €2,15 en Kim heeft €4,35. Kunnen ze de broodjes betalen?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quiz

Waarvoor staat de O bij een KNO-arts?
A
Oor
B
Oog
C
Onderbeen
D
Onderarm

Slide 20 - Quiz

Hoeveel uur duurt een etmaal?
A
12 uur
B
24 uur
C
48 uur
D
36 uur

Slide 21 - Quiz

Waarvoor zijn mensen bang met kynofobie?
A
Katten
B
Vogels
C
Honden
D
Insecten

Slide 22 - Quiz

Hoe heet de kortste en dikste vinger van de hand?
A
Pink
B
Middelvinger
C
Dikke teen
D
Duim

Slide 23 - Quiz

Welke toets vind je op een toetsenbord tussen de “E” en de “T”?
A
Y
B
R
C
W
D
F

Slide 24 - Quiz

Hoe noem je de broer van je moeder?
A
Opa
B
Neef
C
Oom
D
Vader

Slide 25 - Quiz

Met welk apparaat maak je gaatjes in papier, karton of folie?
A
Een perforator
B
Een nietmachine
C
Een gaatjesmaker
D
Ringband

Slide 26 - Quiz

Hoe worden de haartjes op je oogleden genoemd?
A
haartjes
B
Wenkbrauwen
C
Trilhaartjes
D
Wimpers

Slide 27 - Quiz

Hoeveel weken heeft een jaar?
A
52
B
50
C
51
D
53

Slide 28 - Quiz

Welk automerk bracht de automodellen Golf, Polo en Passat uit?
A
Opel
B
Volkswagen
C
BMW
D
Ford

Slide 29 - Quiz

Een boek heeft 45 bladzijdes, je hebt er al 24 gelezen. Hoeveel blz. moet je nog lezen?
A
21
B
19
C
29
D
20

Slide 30 - Quiz

Welk cijfer ontbreekt er in het volgende rijtje?
3 - 6 - 12 - 24 - ?
A
44
B
42
C
27
D
48

Slide 31 - Quiz

Jij, je moeder en je zusje gaan naar de kermis, jullie gaan allemaal in de zelfde attractie. 1 kaartje kost €2,20. Hoeveel moet je in totaal betalen?
A
€8,60
B
€10,-
C
€9,20
D
€6,60

Slide 32 - Quiz

Hoeveel maanden zitten er in een kwartaal?
A
3
B
4
C
12
D
6

Slide 33 - Quiz

Jesse kijkt op de klok en
wil nu wel graag naar bed.
In zijn slaapkamer staat
de wekkerradio op...
A
02:35 uur
B
01:35 uur
C
12:35 uur
D
00:35 uur

Slide 34 - Quiz

Bart heeft 50 knikkers bij zich. Tijdens het spel verliest hij 12 knikkers en wint er vervolgens 10. Hoeveel heeft hij nu?
A
48
B
38
C
40
D
49

Slide 35 - Quiz

Lisa leest een boek met 110 pagina`s. Ze heeft de helft al gelezen, op welke bladzijde is ze..?
A
55
B
65
C
45
D
50

Slide 36 - Quiz


Vandaag is het donderdag, welke dag was het eergisteren?
A
Maandag
B
Dinsdag
C
Zondag
D
Woensdag

Slide 37 - Quiz

Welke kleur begint altijd bij schaken?
A
Zwart
B
Wit

Slide 38 - Quiz

Welk woord is er goed gespeld?
A
baby`s
B
babies
C
babys
D
babyen

Slide 39 - Quiz

Welk woord
is er goed
gespeld?
A
Janine van der Vaart
B
janine Van der vaart
C
Janine Van der Vaart
D
Janine Van Der Vaart

Slide 40 - Quiz

Designer betekent:
A
Ontwerper
B
Artiest
C
Uitvinder
D
Maker

Slide 41 - Quiz

Wanneer vieren we koningsdag?
A
30 april
B
29 april
C
27 april
D
31 april

Slide 42 - Quiz

Welke kleur heeft 30% van de M&M’s in een normale zak M&M’s?
A
Rood
B
Geel
C
Bruin
D
Groen

Slide 43 - Quiz

Hoeveel dagen heeft de maand juni?
A
30
B
31
C
28

Slide 44 - Quiz