grammatica zinsontleden les 2 BK NN

welkom Ha1D!
  1. Leg je leesboek op je tafel en pak een pen. (Laptop en basisboek en schrift blijven in je tas)

  2. Je maakt nu eerst de SO: schrijf je voornaam én je achternaam (hoofdletters!) op het blaadje, docent RN, datum 22 september.

  3. Ben je klaar met de SO? Leg je blaadje met de antwoorden naar beneden en ga lezen. Je bent stil.
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

welkom Ha1D!
  1. Leg je leesboek op je tafel en pak een pen. (Laptop en basisboek en schrift blijven in je tas)

  2. Je maakt nu eerst de SO: schrijf je voornaam én je achternaam (hoofdletters!) op het blaadje, docent RN, datum 22 september.

  3. Ben je klaar met de SO? Leg je blaadje met de antwoorden naar beneden en ga lezen. Je bent stil.

Slide 1 - Diapositive

1 Welke bewering is juist?
A De context van een woord is de omschrijving van dat woord.
B De context van een woord is de tekst waarin dat woord staat.
C De context van een woord is een woord met dezelfde betekenis.
D De context van een woord is het tekstdeel rond dat woord.

Welk woord past in de zin?
amicaal – analyseren – bejegenen – duo – experiment – liefkozen – recent – geruïneerd – souvenir – sympathiek – uniek – vrezen
2 Van al onze buitenlandse reizen nemen wij een eierdopje als […] mee; we hebben er inmiddels meer dan dertig.
3 Fokje en Janet vormen een succesvol […] op de tennisbaan; ze verslaan alle tegenstanders in de damesdubbel.
4 Tijdens de Tweede Wereldoorlog is Rotterdam geheel […] : geen enkel gebouw stond meer overeind.
5 De ambtenaren moeten het probleem eerst nauwkeurig […], daarna kunnen zij pas naar oplossingen zoeken.
6 De ooms en tantes van mijn moeders kant gaan heel […] met elkaar om; familiebijeenkomsten zijn daarom altijd heel gezellig.
7 In de apenkolonie van Burgers’ Zoo zie je dat vrouwtjesapen hun kroost geregeld […] .

Welke uitdrukking past in de zin?
bont en blauw - kommer en kwel – naar eer en geweten - nooit ofte nimmer – pais en vree – van haver tot gort
8 Alcohol en verkeer gaan niet samen; ik zal dan ook […] een druppel drinken voor ik achter het stuur kruip.
9 Alle vragen van de rechter beantwoordde Mathilde […].




Slide 2 - Diapositive

woorden van de week
taboe = iets waarover niet gesproken mag worden
Omdat mijn broertje van zeven heel onrustig wordt als we het over 5 december hebben, is het noemen van Sinterklaas bij ons taboe.

Begrippenpaar = twee begrippen (woorden, termen) die om een bepaalde reden bij elkaar genomen worden
Burgers en stoommachines zijn heel verschillende dingen, maar ze worden als begrippenpaar genoemd om de negentiende eeuw aan te duiden.



Slide 3 - Diapositive

woorden van de week
terloops = onopvallend tussen andere dingen
Ik weet niet meer wanneer dat feestje is, want de datum is slechts terloops genoemd.

toewijding = grote zorg en aandacht; volledige overgave aan iets of iemand
Het kleine meisje zorgde met veel toewijding voor de jonge konijntjes.


Slide 4 - Diapositive

grammatica H1 zinsdelen (persoonsvorm en zinsdelen
Doelen van deze les:
  1. Je kunt de persoonsvorm vinden door 
    1. de tijdproef
    2. de getalsproef
    (3. de vraagproef)
  2. Je weet hoe je zinsdelen moet maken
    - alles voor de pv = één zinsdeel, alle woorden of woordgroepen die je voor de pv kan zetten zijn een zinsdeel

Slide 5 - Diapositive

1. Tijdproef

Zet de zin in een andere tijd.

Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.


Bijvoorbeeld: De jongen speelt buiten - De jongen speelde buiten

Slide 6 - Diapositive

2. getalsproef
Verander het getal van de zin: maak van het enkelvoud het meervoud of andersom.
Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm

bijvoorbeeld: De jongen speelt buiten - De jongens spelen buiten

Slide 7 - Diapositive

3. Vraagproef (liever niet)

Maak van de zin een vraag met precies dezelfde woorden.

Het werkwoord dat vooraan komt te staan, is de persoonsvorm.


bijvoorbeeld: De jongen speelt buiten - Speelt de jongen buiten?

Slide 8 - Diapositive

Maak zinsdelen en sleep ze naar de juiste plek. 
Zinsdeel 1
Zinsdeel 2
Zinsdeel 3
Zinsdeel 4
Vrijdag
gaat
de
kat
naar
de
dierenarts

Slide 9 - Question de remorquage

Stap 2: zinsdelen maken

Waar staan de strepen tussen de zinsdelen goed?
A
De | hortensia's | willen | deze | zomer | niet | bloeien.
B
De hortensia's | willen | deze zomer niet | bloeien.
C
De hortensia's | willen | deze zomer | niet bloeien.
D
De hortensia's | willen | deze zomer | niet | bloeien.

Slide 10 - Quiz

Maak zinsdelen
Morgen sluit de gemeente het clubhuis in onze wijk
A
Morgen sluit de gemeente/ het clubhuis in onze wijk
B
Morgen /sluit/ de gemeente /het clubhuis in onze wijk
C
Morgen/ sluit /de gemeente /het clubhuis/ in onze wijk

Slide 11 - Quiz

ga nu aan de slag....
huiswerk maandag 27 september:
digitaal maken alle opdrachten van grammatica zinsdelen H1

Slide 12 - Diapositive

Het eerste zinsdeel dat je zoekt, is de PV
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Alles wat voor de pv kan staan, is een zinsdeel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

waarover zou je nog meer uitleg willen?

Slide 15 - Question ouverte