Sedimentatie

Terugblik op
Erosie en verwering
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Terugblik op
Erosie en verwering

Slide 1 - Diapositive

Erosie
Verwering

Slide 2 - Question de remorquage

Leerdoelen:
- Na de les kun je verklaren wat het verschil is tussen de bovenloop en de benedenloop van een rivier. 
- Na de les kun je benoemen wat het begrip sedimentatie inhoudt. 

Slide 3 - Diapositive

Het stroomstelsel

Slide 4 - Diapositive

Kenmerken bovenloop: 

- Bergen
- Snelstromend
- Erosie
- Smeltwater
- Weinig water

Slide 5 - Diapositive

Kenmerken middenloop:

- Minder erosie
- Rivieren
- Snelheid wordt minder
- Grind en grof zand wordt afgezet

Slide 6 - Diapositive

Kenmerken Benedenloop: 

- Vlak gebied
- Traag stromend water
- Overstroomt (zonder dijken)
- Klei en zand wordt afgezet. 


Slide 7 - Diapositive

Sedimentatie

Het neerleggen van materiaal als de transportsnelheid van water, wind of ijs afneemt. 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Opdracht

Slide 12 - Diapositive

Beantwoord de volgende vragen:
1. Neem het goede antwoord over:
Het verval in de bovenloop is groot of klein?
Het verval in de benedenloop is groot of klein?
2. Waar in figuur 1 vindt erosie plaats?
Waar in figuur 1 vindt sedimentatie plaats?
3. Vul de volgende woorden in de onderstaande zinnen in: Grote stenen, grind en zand.
A In de bovenloop worden/wordt … neergelegd in de rivier.
B In de middenloop worden/wordt … neergelegd in de rivier.
C In de benedenloop worden/wordt … neergelegd in de rivier.
Bonus vragen:
4. Wat is het verband tussen erosie en sedimentatie?
Gebruik hierbij een als-dan redenatie. Als dit gebeurt, dan gebeurt er dat.
5. Waarom is er in de bovenloop van een rivier erosie en in de benedenloop van een rivier sedimentatie? Geef één reden.


1 . Waar in figuur 1 vindt erosie plaats?
2. Waar in figuur 1 vindt sedimentatie plaats?




3. Vul de volgende woorden in de onderstaande zinnen in: Grote stenen, grind en zand.
A In de bovenloop worden/wordt … neergelegd in de rivier.
B In de middenloop worden/wordt … neergelegd in de rivier.
C In de benedenloop worden/wordt … neergelegd in de rivier.


4. Wat is het verband tussen erosie en sedimentatie?
Gebruik hierbij een als-dan redenatie. Als dit gebeurt, dan gebeurt er dat.
5. Waarom is er in de bovenloop van een rivier erosie en in de benedenloop van een rivier sedimentatie? Geef één reden.






Slide 13 - Diapositive