Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Hoe communiceer je?
les 1 communicatie en massamedia
Slide 1 - Diapositive
Media
Je hoort vaak woorden langskomen als media, massamedia, social media en ga zo maar door.
Maar wat is media? Wat verstaan we daar onder?
Bij massamedia gaan we het hebben over hoe we communiceren, hoe we media gebruiken, over nieuws, over reclame en over soaps, series, zenders omroepen, kranten, tijdschriften etc
Slide 2 - Diapositive
Vandaag
Aan het eind van de les kan je vertellen wat de volgende begrippen betekenen:
Communicatie (Verbale/non-verbale)
Informatie
Zender
Ontvanger
Feedback
Slide 3 - Diapositive
P-P-P-Pokerface
Het woord Pokerface komt dus van het spel, pokeren, en van het nummer van Lady Gaga uiteraard. Maar wat heeft dit te maken met communicatie?
Communicatie is het uitwisseling van informatie (Doorgeven van informatie).
Als je communiceert met woorden, is dat verbale communicatie.
Als je communiceert zonder woorden, is dat non-verbale communicatie.
Een pokerface heeft dus te maken met non-verbale communicatie. Je wil niet laten merken of je een goede of slechte hand hebt in het geval van pokeren.
Slide 4 - Diapositive
Een knipoog
Het doorgeven van informatie gaat dus niet alleen met woorden.
Een knipoog bijvoorbeeld. Hiermee geef je ook informatie door.
In het boek staat dat je een knipoog kan gebruiken om aan te geven of je iemand leuk vind of niet.
Dit is dus de non-verbale communicatie want je communiceert zonder woorden.
Slide 5 - Diapositive
Een knipoog
Dit zie je ook vaak bij van die vieze oude mannetjes die dan knipogen naar jonge vrouwen.
Dit is dus de non-verbale communicatie want je communiceert zonder woorden.
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Communicatieproces
Bij communicatie heb je twee partijen.
De zender en de ontvanger.
voorbeeld:
Als een klasgenoot je opbelt met de boodschap dat je morgen het eerste uur vrij bent dan ziet de communicatie er als volgt uit:
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Tv-kijken met de hele familie
Bij een telefoongesprek is de verdeling simpel. Degene die jou belt heeft informatie voor jou en is de zender en jij de ontvanger.
Maar hoe zit dit met tv en radio?
In dat geval is de tv zender de, je raad het al, de zender en jij als kijker de ontvanger.
Maar jij kijkt niet alleen.
Slide 13 - Diapositive
Tv-kijken met de hele familie
Neem het programma De Luizenmoeder op NPO 3. Hier hebben afgelopen zondag 3,5 miljoen mensen naar gekeken.
Al deze 3,5 miljoen mensen zijn de ontvanger die de informatie krijgen van de zender NPO 3.
Slide 14 - Diapositive
Tv-kijken met de hele familie
Je ziet dat er steeds één zender is en meerdere ontvangers.
Televisie, radio, kranten, tijdschriften en internet noem je daarom Massamedia.
Bij Massamedia wordt de informatie door veel mensen gezien, gelezen of gehoord.
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Vidéo
Zender én ontvanger
Internet is een speciale vorm van media.
Je bent namelijk vaak zelf zender én ontvanger.
Je kunt onder een YouTube video een berichtje plaatsen of een tweet sturen maar je kan ook zelf een video plaatsen op dumpert (Yeah let’s go).
Daarnaast kan je ook iets als ontvanger bekijken, op YouTube, Instagram, dumpert of Facebook.
Deze dingen noemen we daarom ook Social Media, internetmedia waarmee je met anderen verbonden bent.
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Blozen is een voorbeeld van
A
Meerzijdige communicatie
B
Indirecte communicatie
C
Verbale communicatie
D
Non-verbale communicatie
Slide 20 - Quiz
Een advertentie is een voorbeeld van
A
Meerzijdige communicatie
B
Eenzijdige communicatie
C
Directe communicatie
D
non-verbale communicatie
Slide 21 - Quiz
Een verkoopgesprek is een voorbeeld van
A
Meerzijdige communicatie
B
Eenzijdige communicatie
C
Indirecte communicatie
D
Non-verbale communicatie
Slide 22 - Quiz
Communicatie zonder woorden heet ook wel
A
verbale communicatie
B
Lichaamstaal
Slide 23 - Quiz
Hoe noemen we communiceren met je houding?
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie
C
Communicatie door vorm
D
Communicatie door geluid
Slide 24 - Quiz
non-verbale communicatie
A
Geen communicatie
B
Communicatie zonder woorden.
C
Zo goed als.
D
Ergens achter komen.
Slide 25 - Quiz
Welke vorm van communicatie vindt plaats in de onderstaande situatie?
Een gast trommelt met haar vingers op tafel
A
digitale communicatie
B
non-verbale communicatie
C
verbale communicatie
Slide 26 - Quiz
Van welke soort communicatie spreken we als je communiceert via e-mail?
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie
Slide 27 - Quiz
Bij massamedia wordt de informatie door veel mensen gezien, gelezen of gehoord.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 28 - Quiz
Massamedia
A
Middelen om informatie te delen onder een groot aantal mensen
B
Facebook en Twitter
C
De krant en het Journaal
D
mensen die filmpjes maken van nieuwsitems
Slide 29 - Quiz
7. ………… en ………. zijn voorbeelden van massamedia. Welke woorden zijn weggelaten?
A
Een appje; een verkeersbord.
B
Een dagboek; een tijdschrift.
C
Een krant; een verjaardagskaart.
D
Een flyer; een website.
Slide 30 - Quiz
Welk machtsmiddel zou jij inzetten als je een nieuw skatepark in de gemeente wilt hebben?
A
Omvang van de groep
B
Toegang tot de massamedia.
C
Toegang tot belangrijke personen of bestuur
Slide 31 - Quiz
Samenvatten massamedia
Start met samenvatten massamedia uit examentekst 3.3 Domein C Massamedia!