H3,3(nova)-reactievergelijking(zelfstudie)

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Deze afbeelding geeft een chemische reactie weer.
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Vidéo

Bij de verbranding van magnesium ontstaat magnesiumoxide. geef het reactieschema.

Slide 4 - Question ouverte

Wanneer je ijzer met chloor laat reageren ontstaat er pyriet. Geef het reactieschema.

Slide 5 - Question ouverte

5

Slide 6 - Vidéo

01:21

hoeveel waterstof atomen zijn er in totaal? 
3H2 +N2

A
3
B
6
C
8
D
anders

Slide 7 - Quiz

02:47

de volgende reactie is gegeven H2 + O2 --> H2O
Hoeveel waterstof atomen heb je voor de pijl en hoeveel waterstof atomen na de pijl?
A
voor = 2 Na = 1
B
Voor = 2 Na = 2
C
voor = 4 na = 2
D
anders

Slide 8 - Quiz

05:07
het aantal waterstof atomen klopt niet. Hoe maak je dit kloppend?

H2  +  O2  -->  2H2O
A
H4
B
2H2
C
water na de pijl aanpassen
D
weet ik niet

Slide 9 - Quiz

wat betekent kloppend maken?
A
Links en rechts van de pijl heb je evenveel atomen
B
links en rechts van de pijl heb je evenveel moleculen
C
links en rechts hen je evenveel atomen van elke atoomsoort staan
D
links en rechts van de pijl schrijf je de namen van beginstoffen en reactieproducten op

Slide 10 - Quiz

Is deze reactie kloppend?
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

01:21
De coëfficiënt staat altijd...
A
voor het molecuul
B
in het molecuul
C
achter het molecuul

Slide 12 - Quiz

01:21

Er staat de volgende beginsituatie: 
3H2 +N2
Welk getal is een coeffiecient
A
3
B
2x het getal 2
C
zowel 3 als 2

Slide 13 - Quiz

Kloppend maken
Dit betekent dus dat je de atomen voor en na de pijl in dezelfde hoeveelheid aanwezig moeten zijn. 
Je mag alleen de hoeveelheid moleculen vermeerderen om dit voor elkaar te krijgen. ofwel het plaatsen van coefficienten. 

Hierna een paar oefeningen waarbij je er steeds 1 nog kloppend hoeft te maken.

Slide 14 - Diapositive

Wat moet er op de ...... staan om de hoeveelheid Mg voor en na gelijk te maken
2MgO
....Mg(s)+O2(g)
A
1
B
2
C
3
D
weet ik niet

Slide 15 - Quiz

Wat moet er op de ...... staan om de hoeveelheid Mg voor en na gelijk te maken
2Ca(s)+O2(g)....CaO
A
1
B
2
C
3
D
weet ik niet

Slide 16 - Quiz

Wat moet er op de ...... staan om de hoeveelheid Mg voor en na gelijk te maken
2Na(s)+Cl2(g)....NaCl
A
1
B
2
C
3
D
weet ik niet

Slide 17 - Quiz

Wat moet er op de ...... staan om de hoeveelheid Mg voor en na gelijk te maken
C2H6(l)2C(s)+....H2(g)
A
1
B
2
C
3
D
weet ik niet

Slide 18 - Quiz

Om zuurstof kloppend te maken:
Wat moet het coëfficiënt worden voor de reactie?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 19 - Quiz

tot woensdag 

Slide 20 - Diapositive