Periode 7 week 3 les 1 en 2

• Waw
• MBO
• Studiejaar 2

WAW Periode 7 lesweek 3

Waar werken we naartoe?

Lesweek 8 lever je een portfolio in met uitgewerkte lesopdrachten. Hier werk je in de les aan of tijdens zelfstudie deze periode. 

Daarnaast krijg je een toets in week 8. 

WAW boek Onderwijsassistent: Hoofdstuk 9, 10, 11 en 13.

Weken	Onderwerp	Hoofdstuk
Week 1	Differentiëren- NT2 onderwijs en hoogbegaafdheid	9
Week 2	Lees- en spellingsstoornissen, rekenstoornissen, NLD, dyspraxie en handelingsplan	9
Week 3	Passend onderwijs in de regio, klas of op maat	10
Week 4	Passend onderwijs in de regio, klas of op maat	10
Week 5	Aandacht voor de introverte leerling	11
Week 6	Handicaps en beperkingen	13
Week 7	Waar ligt jullie behoefte individueel of als klas?
Week 8	Inleveren van portfolio met lesopdrachten

Hoofdstuk 10: 

Passend Onderwijs

les 1:

• §10.3 onderwijs op maat
• §10.4 passend onderwijs in de regio

Hoofdstuk 10: 

Passend onderwijs

Na behandeling van deze lessen:

• Heeft de student kennis van de wet van passend onderwijs.
• Is de student op de hoogte van passend onderwijs binnen de eigen regio.

Wat wordt bedoeld met passend onderwijs?

1. Het aanbieden van onderwijs waarbij alle leerlingen dezelfde lesstof krijgen, ongeacht hun behoeften.
2. Het zorgen voor een onderwijsplek die aansluit bij de mogelijkheden en ondersteuningsbehoeften van iedere leerling.
3. Het plaatsen van leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften altijd in speciaal onderwijs.
4. Het verminderen van de hoeveelheid begeleiding in reguliere scholen.

Wat is het doel van passend onderwijs?

1. Zoveel mogelijk leerlingen doorverwijzen naar speciaal onderwijs.
2. De focus leggen op het behalen van hoge cijfers door alle leerlingen.
3. Leerlingen zonder extra ondersteuning les laten volgen in het reguliere onderwijs.
4. Iedere leerling een plek bieden die past bij zijn of haar onderwijsbehoeften.

Wat is een voorbeeld van maatwerk binnen passend onderwijs?

1. Een leerling met dyslexie verplicht laten deelnemen aan alle toetsen.
2. Een leerling met autisme standaard naar speciaal onderwijs verwijzen.
3. Het aanpassen van lesmateriaal aan de behoeften van een leerling.
4. Het niet bieden van extra ondersteuning vanwege een tekort aan personeel.

Welke van de volgende opties hoort NIET bij het model van passend onderwijs?

1. Samenwerkingsverbanden van scholen.
2. Een ontwikkelingsperspectief voor leerlingen.
3. Een individueel zorgplan voor elke leerling.
4. De inzet van extra ondersteuning binnen de reguliere school.

Welke wet vormt de basis van passend onderwijs in Nederland?

1. Wet op Passend Onderwijs (WPO).
2. Wet op het Primair Onderwijs (WPO)
3. Wet passend onderwijs en zorgplicht (WPOZ).
4. Wet op Passend Onderwijs en Inclusie (WPOI).

Passend onderwijs

Passend onderwijs:

'Je past jouw onderwijs aan op de behoefte van een kind, binnen het regulier onderwijs'

Waarom passend onderwijs?

1. Druk verlagen op speciaal onderwijs.

2. Kinderen kunnen van elkaar leren.

3. Stimuleren van pluriforme maatschappij: Kinderen met een speciale onderwijsbehoeften waar het mogelijk is met ondersteuning, op het regulier onderwijs houden. 

Wet passend onderwijs

Doelen wet passend onderwijs:

• Alle kinderen moeten op een school terecht komen die aansluit bij de behoefte van het kind.
• Het kind moet naar een regulier onderwijs gaan als dat kan en naar het speciaal onderwijs wanneer er intensievere begeleiding nodig is.
• Scholen moeten mogelijkheden hebben voor onderwijs op maat.

Zorgplicht

Zorgplicht sinds 2014;

• Alle scholen in Nederland zijn verplicht een passende onderwijsplek te bieden voor een kind.
• De school overlegd met ouders om een juiste plek te creëren of vinden voor het kind.

verwerking-

opdracht

Bekijk de video uit opdracht 10.02 op blz 201.

Beantwoord daarna de volgende vragen:

a. Wat is het idee achter passend onderwijs zoals wordt besproken in de video?

b. Wat is belangrijke voorwaarde voor passend onderwijs?

c. Wat houdt de zorgplicht in?

Passend onderwijs in de regio

Passend onderwijs in de regio:

• Binnen een regio werken reguliere scholen en speciaal onderwijs met elkaar samen in een samenwerkingsverband.
• Het samenwerkingsverband adviseert ouders en scholen waar het kind het beste naar toe kan voor de juiste begeleiding.
• Het samenwerkingsverband proberen kennis te delen met scholen om zorgleerlingen de beste ondersteuning te bieden.

Portfolio opdracht 5

We verdelen ons in groepen van 5 studenten:

• Iedere groep krijgt een casus en beantwoord daarbij vragen op basis van jullie huidige kennis en de informatie die staat op de website van RSV Breda (samenwerkingsverband).
• De vragen staan op de volgende dia.

Portfolio opdracht 5

1. Ondersteuningsbehoeften: Wat zijn volgens jullie de belangrijkste behoeften van deze leerling? Denk aan sociaal-emotionele, cognitieve of fysieke behoeften.
2. Hulpbronnen: Welke vormen van ondersteuning of hulpmiddelen worden genoemd op de website die voor deze leerling relevant kunnen zijn? Kijk bijvoorbeeld naar informatie over: Extra begeleiding, Ondersteuning door specialisten, Speciaal basisonderwijs of arrangementen.
3. Samenwerking: Met wie zou het samenwerkingsverband moeten samenwerken om deze ondersteuning te organiseren? Denk aan ouders, specialisten of externe instanties.
4. Vragen en onzekerheden: Welke vragen hebben jullie over de ondersteuning die nodig is? Welke informatie missen jullie nog? Bij wie op jullie stage zou je deze vragen kunnen stellen? 

Portfolio opdracht 5

Wat komt er in het portfolio?

• Met welke studenten heb je samengewerkt?
• De casus (uitgeschreven)
• De vragen (uitgeschreven)
• De antwoorden uitgeschreven + bron vermelden (boek of RSV Breda website)

Hoofdstuk 10: 

Passend Onderwijs

les 2:

• §10.5 Passend onderwijs binnen de school
• §10.6 Passend onderwijs in de klas
• §10.7 Passend lesgeven in de praktijk

Passend onderwijs binnen 

de school

Iedere school in Nederland is verplicht onderwijsondersteuning te bieden aan het kind. Er zijn twee soorten ondersteuning:

• Basisondersteuning: Dit is ondersteuning die iedere school intern moet kunnen aanbieden. Vb. extra ondersteuning dyslexie of kennis richtlijnen van medische handelingen .
• Extra begeleiding: begeleiding via het samenwerkingsverband (vaak extern).

      Vb. Hulpklassen voor onderwijsachterstanden of gedragsproblemen. 

Mocht de bovenstaande begeleiding/ondersteuning niet voldoende zijn dan kan in overleg met ouders  en de school een kind overgeplaatst worden naar het speciaal onderwijs. 

Passend onderwijs binnen 

de school

Even checken:

Herken jij welke ondersteuning valt onder de basisondersteuning of extra begeleiding?

• Ga staan als jij bij een voorbeeld denkt: Dit is basisondersteuning.
• Blijf zitten als jij bij een voorbeeld denkt: Dit is extra begeleiding.

Passend onderwijs binnen 

de school

Even checken:

Herken jij welke ondersteuning valt onder de basisondersteuning of extra begeleiding?

• Ga staan als jij bij een voorbeeld denkt: Dit is basisondersteuning.
• Blijf zitten als jij bij een voorbeeld denkt: Dit is extra begeleiding.

Voorbeeld 1: 

Een leerling met dyslexie krijgt extra tijd tijdens een toets en toegang tot leesondersteunende software. 

Antwoord: Basisondersteuning. De school moet intern ondersteuning bieden voor leerlingen met leerproblemen zoals dyslexie. 

Passend onderwijs binnen 

de school

Even checken:

Herken jij welke ondersteuning valt onder de basisondersteuning of extra begeleiding?

• Ga staan als jij bij een voorbeeld denkt: Dit is basisondersteuning.
• Blijf zitten als jij bij een voorbeeld denkt: Dit is extra begeleiding.

Voorbeeld 2: 

Een leerling met een allergie heeft begeleiding nodig bij het leren omgaan met een EpiPen in noodsituaties. 

Antwoord: Basisondersteuning. Medische handelingen zoals het omgaan met allergieën vallen onder de basisvoorzieningen van de school.

 

Passend onderwijs binnen 

de school

Even checken:

Herken jij welke ondersteuning valt onder de basisondersteuning of extra begeleiding?

• Ga staan als jij bij een voorbeeld denkt: Dit is basisondersteuning.
• Blijf zitten als jij bij een voorbeeld denkt: Dit is extra begeleiding.

Voorbeeld 3: 

Een leerling met autisme krijgt ondersteuning van een specialist om sociale vaardigheden te trainen. 

Antwoord: Extra ondersteuning. Voor kinderen met bijvoorbeeld autisme wordt vaak een specialist ingeschakeld, wat onder extra ondersteuning valt. 

Passend onderwijs in de klas

Er zijn een aantal belangrijke factoren in de klas waar je rekening mee moet houden als je passend onderwijs geeft:

• Diversiteit binnen de klas: Verschillen in onderwijsbehoeften of leerstijlen.
• Het groepsklimaat: Positief groepsklimaat is een voorwaarde om individuele ondersteuning te kunnen bieden.
• Onderwijsconcept: Rekening houden met onderwijsconcept en aansluiten op onderwijsbehoefte leerlingen. Vb. vrije school en een leerling met een vorm van autisme. 

Welk onderwijsconcept  sluit bij jouw school aan? 

vb. (montessori, dalton, freinetonderwijs etc.)

Passend onderwijs in de klas

Bekijk hoe jij van toegevoegde waarde kan zijn voor passend onderwijs in de klas: 

Beantwoord daarna de volgende vragen:

• Hoe herken jij passend onderwijs in jouw BPV klas?
  
• Noem 3 manieren van ondersteuning die leerlingen bij jou in de klas krijgen?
  
• Welke ondersteuning bied jij aan leerlingen in jouw klas? En is dit basisondersteuning of extra begeleiding? 

Passend lesgeven in de praktijk

Wanneer je als onderwijsassistent passende begeleiding wilt bieden, moet je eerst weten welke kinderen extra ondersteuning  nodig hebben. Hier kun je achter komen door: 

• Gesprek BPV begeleider
• Observeren en daarna gesprek met BPV begeleider
• Aansluiten bij oudergesprekken
• Contact opnemen met zorgpersoneel binnen de school

Weet jij wie zorgpersoneel is binnen de school?

passend lesgeven in de praktijk

Voordat je met het zorgpersoneel in contact kun komen, moet je weten welk zorgpersoneel er op jouw school aanwezig is.

Weten jullie welk zorgpersoneel er binnen onze opleiding, school voor jullie werkzaam is?

Portfolio opdracht 6

Ontwerp een visueel, overzichtelijk organogram waarin de structuur van het ondersteuningspersoneel wordt weergegeven. Dit kan via Word, PowerPoint, Canva etc. Geef duidelijk aan wie welke functie bekleedt en welke ondersteuning valt binnen de basisondersteuning en extra ondersteuning. Gebruik lijnen of pijlen om relaties tussen verschillende functies en personen aan te geven.

Voor ieder ondersteuningspersoneelslid binnen het organogram voeg je een korte toelichting toe:

Functie: Wat is de rol van deze persoon binnen de school?

Taken: Wat zijn de belangrijkste verantwoordelijkheden van deze persoon?

Expertise: Welke unieke kennis of vaardigheden heeft deze persoon? 

Huiswerkopdracht!

Neem de volgende les een handelingsplan mee van een leerling uit jouw BPV klas op papier.