Spelling blok 7 week 1 les 3
1 / 21
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wat doet een bezittelijk voornaamwoord in een zin?
Slide 3 - Question ouverte
Welke bezittelijke voornaamwoorden ken je?
Slide 4 - Carte mentale
Maak een goede zin met het bezittelijk voornaamwoord "jouw"
Slide 5 - Question ouverte
Maak een goede zin met het bezittelijk voornaamwoord "haar"
Slide 6 - Question ouverte
Schrijf het bezittelijk voornaamwoorden
Jim heb je jouw tas op opgeruimd?
Jim heb je jouw tas op opgeruimd?
Slide 7 - Question ouverte
Schrijf het bezittelijk voornaamwoorden
Jari jouw etui ziet er voorbeeldig uit.
Jari jouw etui ziet er voorbeeldig uit.
Slide 8 - Question ouverte
Schrijf het bezittelijk voornaamwoorden
Het is mijn bureau daar.
Het is mijn bureau daar.
Slide 9 - Question ouverte
Schrijf het bezittelijk voornaamwoorden
Ik lees over zijn voeding.
Ik lees over zijn voeding.
Slide 10 - Question ouverte
Slide 11 - Diapositive
De oude jongen is derde geworden, want hij viel.
Wat is het rangtelwoord?
Wat is het rangtelwoord?
Slide 12 - Question ouverte
De oude jongen is derde geworden, want hij viel.
Wat is het voegwoord?
Wat is het voegwoord?
Slide 13 - Question ouverte
De oude jongen is derde geworden, want hij viel.
Wat is het lidwoord?
Wat is het lidwoord?
Slide 14 - Question ouverte
De oude jongen is derde geworden, want hij viel.
Wat is het zelfstandig naamwoord?
Wat is het zelfstandig naamwoord?
Slide 15 - Question ouverte
De oude jongen is derde geworden, want hij viel.
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
Slide 16 - Question ouverte
Slide 17 - Diapositive
1.
Slide 18 - Question ouverte
2.
Slide 19 - Question ouverte
3.
Slide 20 - Question ouverte
4.
