Spelling blok 4

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Welkom 2C!

Pak rustig je:

1. NL boek

2. schrift

3. pen

4. leesboek

10 minuten stillezen...

Programma van vandaag 

1. 10 minuten stillezen

2. Absentie

3. Activeren voorkennis

4. Instructie spelling blok 4

5. Evaluatie

6. Huiswerk

Wat is het meervoud van het woord:
'mama' ?

1. mamas
2. mama's
3. mamaa's
4. er zit geen goed antwoord bij.

Wat is het meervoud van:
'baby' ?

1. babys
2. babies
3. baby's
4. babies

Wat is het meervoud van:
'idee' ?

1. idees
2. ideen
3. ideeen
4. ideeën

Spelling blok 4 doel:

Aan het einde van de les weet je hoe je zelfstandige woorden in het meervoud moet schrijven.

Spelling blok 4 theorie

Meervoud

Eindigt een woord op:

 -ee  --> schrijf -ën  (sleeën) 

-y --> schrijf  's (hobby's)

- soms wordt 's' een 'z' en 'f' wordt 'v' (muis-muizen)

- soms moet je een klinker weghalen of medeklinker toevoegen (oog-ogen)

Even oefenen

Schrijf van de volgende woorden het meervoud op:

(Op wisbordje)

1. panty -     ...

2. troffee -  ...

3. baas -      ...

4. druif -      ...

Even oefenen

Antwoorden:

1. panty -     panty's

2. trofee -  trofeeën

3. baas -      bazen

4. druif -      druiven

Aan het werk

Spelling blok 4

blz. 175

Opdracht: 1

Klaar?  

Maak ELO  'Even bijspijkeren'

 'Spelling'  3.6  3.9  4.9 

Nakijken

Opdracht 1

a. pony's               g. stallen

b. zondagen       h. zadels

c. beton                i. wedstrijden

d. maneges       j. ruiters

e. trofeeën         k. hobby's

f. druiven             l. bazen

Opdracht 2. 

1. steden

2. wolven

3. ideeën

4. hobby's

5. tarwe

6. opa's

7. sterren

8. onweer

9. reizen

10. jaren

Check 

Maak een superzin, waarbij je 3 woorden kiest die je in het meervoud op gaan schrijven. (Schrijf op je wisbordje)

1. panty

2. trofee

3. baas

4. druif

5. pony

Check 

Een klein dictee :)

1. Pak je wisbord

2. Schrijf op...

      1.

      2.

      3.

Antwoorden dictee

Een klein dictee :)

      1. ideeën

      2. baby's

      3. steden

Evaluatie

Waar (groen) of niet waar (rood)

Stelling 1: 

"Aan het einde van de les weet je hoe je zelfstandige woorden in het meervoud moet schrijven."

Stelling 2:

"Ik heb vandaag goed kunnen werken"

Huiswerk

'bijspijkeren' spelling

Blok 3   3.6, 3.9

Blok 4   4.9

Dank voor jullie aandacht en een fijne middag!!