Thema 2 Blok 1 klimaten en vegetatie oefenen

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Klimaat en vegetatiezones

Waar wonen mensen op aarde en waarom wonen ze daar?

Dat heeft te maken met het klimaat en het landschap dat daarbij hoort.

Wat kan je na deze les:

1. Je kunt de klimaten en het landschap dat daarbij hoort herkennen

2. Je kunt de  klimaten herkennen op een kllimaatgrafiek

3. Je kunt de klimaatzones op aarde aangeven

4. Je weet het verschil tussen weer en klimaat

5. Je weet dat de bevolkingsspreiding en bevolkingsconcentratie  veel met klimaat te maken heeft

 

Verschillende soorten klimaten

Wat meet je als je "het weer" wilt bepalen?

1. Warmte en de kou
2. Temperatuur, regen en wind
3. Hoeveel graden het is over lange tijd
4. Warmte en de temperatuur

Hoe kun je het klimaat van een gebied bepalen?

1. Je meet de warmte, neerslag en de wind.
2. Je meet hoe warm het is gedurende 1 jaar.
3. Je meet het weer over een periode van 30 jaar.
4. Je kijkt naar de zomer- en wintertemperatuur.

Vegetatiezones

Temperatuur en wind hebben veel invloed op de landschapszones.  Je kunt dus stellen dat het klimaat de plantengroei in een gebied bepaalt.

Noem de klimaten die
je al kent.

Hoe herken je klimaten?

- je kijkt naar de plantengroei

- het klimaat bepaalt grotendeels hoe het landschap eruit ziet

- je kijkt naar de klimaatgrafiek

Even oefenen: je ziet steeds een foto met van  een landschap. Jij moet het klimaat bepalen.

1. Steppeklimaat
2. Poolklimaat
3. Zee- of landklimaat
4. Tropischregenwoud klimaat

1. Poolklimaat
2. Tropischregenwoud klimaat
3. Droog klimaat
4. Landklimaat

1. Droog of steppeklimaat
2. Tropischregenwoud klimaat
3. Pool of sneeuwklimaat
4. Gematigd klimaat

1. tropisch klimaat
2. Droog klimaat
3. Pool klimaat
4. Gematigd klimaat

Welk klimaat heeft Nederland?

Je weet nu de klimaten met hun landschap te combineren, superknap!

Maar weet je nu ook welke klimaten je tegenkomt van de evenaar naar de noord/zuidpool?

Noem de klimaten die je tegenkomt van de evenaar tot de noord/zuidpool

Klimaatdiagram

Dit is een grafiek waarin je kunt aflezen welk klimaat een plaats of gebied heeft. De rode lijn is de temperatuur. De blauwe staafjes de neerslag.

1. Tropisch klimaat
2. Droog klimaat
3. Gematigd klimaat
4. Nat klimaat

1. Tropisch klimaat
2. Pool klimaat
3. Gematigd klimaat
4. Droog klimaat

1. Tropisch klimaat
2. Droog klimaat
3. Gematigd klimaat
4. Poolklimaat

1. Tropisch klimaat
2. Droog klimaat
3. Gematigd klimaat
4. Pool klimaat

Verschillen in bevolkingsspreiding 

Dunbevolkt zijn de volgende gebieden:

- teveel hoogteverschil (reliëf)

- klimaat te warm

-Klimaat te koud

- klimaat te droog

Bedenk wat een bevolkingsconcentratie is.

In welke klimaatzone vind je de grootste bevolkingsconcentraties?

1. Tropisch klimaat
2. Droog klimaat
3. Gematigd klimaat
4. Pool klimaat

Op welk schaalniveau heb je de klimaten, landschap en bevolkingsspreiding nu bekeken in deze les?

1. Lokale schaal
2. Continentale schaal
3. Nationale schaal
4. Mondiale schaal

Wat heb je deze les geleerd?