D2A 4-2-2022

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 2

Aardrijkskunde D2A

4-2-2022

Oriëntatie

• Leerdoelen
  

      - je weet waardoor steden groeien en krimpen

      - je begrijpt het verband tussen urbanisatie, bevolkingsgroei en het  

         voorzieningenniveau

      - je weet hoe Nederlandse steden opgebouwd zijn

      - je begrijpt hoe probleemwijken kunnen ontstaan

      - je kunt oplossingen aandragen voor de problemen in steden

Lesplanning

• Uitleg §2.4 (5 min)

       - Stedelijke groei in Nederland

       - Steden in de toekomst

• Maken §2.4 (10 min)

       Opdracht 4 t/m 6

Lesplanning

• Uitleg §2.5 (15 min)

       - Opbouw Nederlandse steden 

       - Problemen in de stad

       - Stadsvernieuwing

Lesplanning

• Keuze onderdelen (35 min)
  

       - Afronden §2.4

       - Maken §2.5

       - Nakijken §2.4 en §2.5

       - Opdrachten leerdoelen, herhaling en/of verdieping 

       - Filmpjes groei van steden

Uitleg §2.4

Welke stad zie je op deze foto?

Hoe heet het als mensen van het platteland naar de stad verhuizen?

1. urbanisatie
2. suburbanisatie
3. re-urbanisatie

Waarom vertrekken mensen uit de stad?

Welke voorziening vind je vaak niet in een dorp en wel in een stad?

1. basisschool
2. huisarts
3. supermarkt
4. ziekenhuis

Waarom zijn er in steden meer voorzieningen?

Soorten steden

• Megasteden: minimaal 10 miljoen inwoners; vooral in arme landen

• Wereldsteden: belangrijke rol voor de economie, politiek of cultuur wereldwijd; vooral in rijke landen
• Hoofdsteden: meestal de plek waar de regering zit
• Primate cities: 1e stad is veel groter dan 2e stad van het land; 1e stad minimaal 2x zoveel inwoners als 2e stad 

Aan het werk

Wat?	Maken §2.4: opdracht 4 t/m 6
Waar?	Werkboek of digitaal lesmateriaal
Hoe?	10 minuten
Klaar?	Lezen §2.5 BKL maken §2.5: opdracht 1 t/m 3 TL maken §2.5: opdracht 1 t/m 3 en 5

Uitleg §2.5

Welke stad zie je op deze foto?

Uit welke onderdelen zijn
Nederlandse steden opgebouwd?

Wat zijn kenmerken
van de binnenstad?

In welke wijk verwacht je lagere inkomens?

1. 19e eeuwse wijken
2. hoogbouwwijken
3. laagbouwwijken
4. nieuwbouwwijken (Vinex-wijken)

Leg je keuze bij de vorige vraag uit

Welke mensen zullen vooruit uit de stad vertrekken?

Wat zijn kenmerken van
een probleemwijk?

Welke voorziening vind je vaak niet in een dorp en wel in een stad?

1. renovatie
2. sanering
3. herstructurering

• Afronden §2.4: opdracht 4 t/m 6
• Maken §2.5

     - BKL: opdracht 1 t/m 3 

     - TL: opdracht 1 t/m 3 en 5

• Nakijken §2.4 t/m §2.5
• Opdrachten leerdoelen, herhaling en/of verdieping §2.4 en §2.5
• Filmpjes groei van de stad

• Verlengde instructie §2.4 t/m §2.5
  

Keuze onderdelen (35 min)

Afsluiting

Huiswerk voor 11-2

• BKL

       - Maken §2.4: opdracht 4 t/m 6

       - Maken §2.5: opdracht 1 t/m 3

• TL
  

       - Maken §2.4: opdracht 4 t/m 6

       - Maken §2.5: opdracht 1 t/m 3 en 5

Wat heb je vandaag
geleerd?

Welke uitspraak is het meest op jou van toepassing voor §2.4 en §2.5?

1. ik ken de stof goed
2. ik ken de stof redelijk
3. ik vind de stof lastig
4. ik heb meer uitleg of oefening nodig

Hoe vond je deze les?
Heb je nog tops/tips voor mij?