betoog les 6: inleiding, slot en bouwplan

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Nederlands

Schrijven 1: betoog

les 6

vwo 1

P2 2021-2022

Terugblik

Vorige lessen heb je geleerd dat je je oriënteert en voorbereidt voordat je begint met schrijven:

Vraag:

Wie weet nog wat je doet in fase 2: de voorbereidingsfase?

Fase 2: Voorbereiden

In de voorbereidingsfase formuleer je ...

... de argumenten bij je stelling (en dus: de kernzinnen van iedere alinea).
... de deelonderwerpen van iedere alinea.

Nabespreken huiswerk

Voordat we verdergaan, bespreken we het 'huiswerk' na.

Log in bij lessonup: Betoog les 5 - Slide 15

Vooruitblik

Aan het einde van deze les ...

... weet je hoe je de voorbereidingsfase afrondt.

... kun je een bouwplan invullen.

Afronden Fase 2: Voorbereidingsfase 

De voorbereidingsfase ronden we af door te bepalen hoe we de  inleiding en het slot vormgeven.

Betoog inleiden

Het onderwerp aankondigen d.m.v. één of meerdere van onderstaande opties:

• Een kort, grappig, of bijzonder verhaaltje vertellen. 
• Eén of meer vragen stellen.
  
• De aanleiding voor het schrijven van de tekst noemen.
  

+ de hoofdgedachte (= jouw mening) formuleren.

Betoog afsluiten

Een betoog sluit je af met een conclusie. 

Dus telefoons moeten niet meer worden toegestaan tijdens de lessen.

Dus er mag geen muziek meer worden geluisterd tijdens de lessen.

Eventueel kun je daarnaast een advies geven. 

Bouwplan

Fase 1 + fase 2 = een ingevuld bouwplan

Een bouwplan = 

• schrijfschema met de hoofdzaken.
  
• samenvatting in schema-vorm.
  
• hulpmiddel bij het uitschrijven van je tekst. (kapstok)
  

In het bouwplan formuleer je:

• het onderwerp 
  
• de hoofdgedachte 
  
• het tekstdoel
  
• het publiek 
  
• de manier waarop je de tekst inleidt 
  
• de manier waarop je de tekst afsluit 
  
• de kernzinnen van de verschillende alinea’s
  
• de ondersteuning van de argumenten in steekwoorden
  

Onderwerp, tekstdoel, hoofdgedachte, publiek

Onderwerp: In één of in een paar woorden waar de hele tekst over gaat.

Tekstdoel: Het doel dat je wilt bereiken met je tekst.
(Bij een overtuigende tekst: tekstdoel = overtuigen)

Hoofdgedachte: In één zin waar de tekst over gaat. (Bij een overtuigende tekst: hoofdgedachte = de stelling/de mening/het standpunt.)

Publiek: Degene voor wie je de tekst schrijft.  

Voorbeeld ingevuld bouwplan

Zie op somtoday.

Aan de slag!

Situatie 

Je mentor vertelt tijdens de mentorles dat er in leerjaar 1 een klassenbattle plaats gaat vinden. Het onderwerp is ‘de leukste klas van leerjaar 1’. Alle klassen schrijven een betoog waarin zij de jury (alle mentoren van leerjaar 1) ervan proberen te overtuigen dat zij de leukste klas zijn. De klas die het beste betoog schrijft wint. 

Aan de slag!

Jij vindt V1b natuurlijk de leukste brugklas van het ATC.

Jij schrijft dus een betoog met als standpunt/mening: V1b is de leukste klas van leerjaar 1

Je legt hierin uit waarom jij het hier mee eens bent. 

Aan de slag

Ga naar de studiewijzer in somtoday: Nederlands 2021-2022
Ga naar:             Schrijven 1
Download:        bouwplan
Sla het bouwplan op in je map Nederlands.
Vul het bouwplan in.
Gebruik hiervoor de informatie op slide 15 en 16 (Lessonup: Betoog les 6).