Aangeplakte vragen/ Question Tags

Question Tags
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1-4

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Question Tags

Slide 1 - Diapositive

Wat is een 'tag'?
A
Een kort vraagje aan het einde van een zin
B
Overbodige informatie uit een zin
C
Het onderwerp in een zin
D
Een zinloze zin

Slide 2 - Quiz

TAG QUESTIONS:
Als de zin bevestigend (+) is, dan is de tag question....
A
ook bevestigend (+)
B
ontkennend (-)

Slide 3 - Quiz

Question Tags repeat

Slide 4 - Diapositive

TAG QUESTIONS:
Als de zin ontkennend (-) is, dan is de tag question....
A
bevestigend (+)
B
ook ontkennend (-)

Slide 5 - Quiz

Verbindt de vraag aan de juiste tag.

Kies de correcte tag.
Sue can't dance, ....
A
can she?
B
can't she?
C
couldn't she?
D
could she?

Slide 6 - Quiz

Verbindt de vraag aan de juiste tag.

Kies de correcte tag.
He is your brother, ....
A
is he?
B
can't he?
C
isn't he?
D
doesn't he?

Slide 7 - Quiz

Tags met hoofdwerkwoorden
You like him, liken't you?   
We sing every day, singn't we?
-------------------------------------------------------------------------------------
  •  In dat geval roep je de hulp in van het (hulp)werkwoord TO DO              (do/does/did) 
You like him, don't you?         We sing every day, don't we?
You don't know, do you?        He doesn't understand, does he?
You liked him, didn't you?     She didn't do her homework, did she? 


You don't love him, 

Slide 8 - Diapositive

In de tag kan je deze werkwoorden gewoon herhalen en n't erachter plakken of juist weghalen 

Slide 9 - Diapositive

Bij andere werkwoorden kan je er niet zomaar n't achterplakken, dan heb je het (hulpwerkwoord) TO DO nodig

Slide 10 - Diapositive

Ik snap de question tags.
A
Ja.
B
Nee.
C
Met een beetje meer hulp.

Slide 11 - Quiz