8. Les 16-09-2020

Welcome

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welcome

Slide 1 - Diapositive

Past Simple

Slide 2 - Diapositive

Doel ...
Ik herken de verleden tijd, kan de verleden tijd van de regelmatige werkwoorden maken/toepassen en begrijp de regel van de onregelmatige werkwoorden.

Slide 3 - Diapositive

Questions

Slide 4 - Carte mentale

Welke tijd is de
Past Simple?

Slide 5 - Carte mentale

Wat moet je kennen?

- de vervoegingen -ed 
inclusief spellingsregels

- de onregelmatige werkwoorden
Past Simple:  (to) be, do & go
pagina 213

Wat moet je kunnen?

- zelf de zin afmaken in de verleden tijd, als het werkwoord gegeven is.
When I was young, I ... (play) hockey

Slide 6 - Diapositive

Geef een voorbeeld van een regelmatig werkwoord in de verleden tijd in het Nederlands

Slide 7 - Question ouverte

Geef een voorbeeld van een onregelmatig werkwoord in de verleden tijd in het Nederlands

Slide 8 - Question ouverte

Onregelmatig:
De verleden tijd (past simple) van:
hear (horen)
A
heard
B
hore
C
hored
D
hearde

Slide 9 - Quiz

Onregelmatig:
De verleden tijd (past simple) van:
drink (drinken)
A
dronk
B
drinked
C
drank
D
dronken

Slide 10 - Quiz

Onregelmatig:
De verleden tijd (past simple) van:
go (gaan)
A
goed
B
goes
C
went
D
gone

Slide 11 - Quiz

Regelmatig:
De verleden tijd (past simple) van
buy(kopen)
A
bought
B
buyed
C
buyt
D
buyde

Slide 12 - Quiz

Regelmatig:
De verleden tijd (past simple) van
come (komen)
A
come
B
came
C
comed
D
comede

Slide 13 - Quiz

Spellingsregel

Wanneer een werkwoord op een -y eindigt --> ied
Maar niet als er een klinker voor staat!!
A E I O U
study - studied
copy - copied
hurry - hurried
stay - stayed
play - played
obey - obeyed

Slide 14 - Diapositive

Regelmatig:
De verleden tijd (past simple) van
stop (stoppen)
A
stoped
B
stopped
C
stop
D
stooped

Slide 15 - Quiz

Spellingsregel
De laatste medeklinker van het werkwoord wordt verdubbeld als er één klinker (a,e,i,o,u) voor staat.
Om de korte klank te handhaven - net als in het Nederlands

stop - stopped
grab - grabbed
drag - dragged

Slide 16 - Diapositive

Regelmatig:
De verleden tijd (past simple) van
live (leven of wonen)
A
liveed
B
lived
C
lieved
D
lifed

Slide 17 - Quiz

Spellingsregel

als het werkwoord al op een -e eindigd, hoef je er niet nog een keer -ed achter te zetten, maar alleen een -d
live - lived
imagine - imagined
love - loved

Slide 18 - Diapositive

Regelmatig:
De verleden tijd (past simple) van
pronounce (uitspreken)
A
pronounced
B
pronounsed
C
pronounces
D
pronunced

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Lien

Slide 21 - Lien

Slide 22 - Lien

reading"Vacation Mishaps"
Lees de leestekst 2 keer hardop op blz. 41
of 
Luister het via de volgende link

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Lien