6.2 van alle markten thuis?

Wat gaan we doen vandaag?

  1. Herhaling vorige les
  2. Uitleg
  3. Oefeningen
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 6

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

Éléments de cette leçon

Wat gaan we doen vandaag?

  1. Herhaling vorige les
  2. Uitleg
  3. Oefeningen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het eind van de les kunnen jullie in eigen woorden beschrijven wat de markt is en op welke manier je je marktaandeel kan berekenen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

CONCRETE LEERDOELEN
- De leerlingen kunnen met voorbeelden aangeven hoe de vraag en het aanbod invloed  hebben op de prijs.
- De leerlingen kunnen met voorbeelden aangeven hoe bedrijven de markt beïnvloeden.
- De leerling kan aan de hand van een casus een marktaandeel uitrekenen.
- De leerlingen kunnen eigen woorden beschrijven wat de markt is.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tops! verantwoordelijkheid nemen 
Je reflecteert tijdens het werken op je gemaakte werk door het na te kijken te verbeteren en te bepalen welke doelen nog geoefend moeten worden. 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Even herhalen!

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Productie in de formele sector noemen we ook wel productie ..........
A
in enge zin
B
in ruime zin

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hieronder staan vier voorbeelden van productie. 

Is er sprake van formele productie of van informele productie? Sleep de voorbeelden naar het juiste vak.
formele productie
informele productie
De buurman legt in zijn tuin een nieuw gazon aan.
De gemeentelijke plantsoenendienst maakt het park schoon. 
Een fabrikant maakt een nieuw model smartphone. 
Een timmerman beunt bij in de avonduren. 

Slide 7 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze vrachtwagen hoort bij de productiefactor ...
A
natuur
B
arbeid
C
kapitaal
D
ondernemerschap

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze koeien horen bij de productiefactor ...
A
natuur
B
arbeid
C
kapitaal
D
ondernemerschap

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is kapitaalintensief?
A
Mensen doen vooral het werk
B
Machines doen vooral het werk

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een bedrijf met veel machines is ...
A
arbeidsintensief
B
kapitaalintensief

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe produceert een timmerman?
A
arbeidsintensief
B
kapitaalintensief

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bereken de afschrijving per jaar.
Bastiaan heeft voor € 15.000 een auto gekocht en hij wil die in 5 jaar afschrijven. Hij verwacht de auto na die 5 jaar nog voor € 5.000 te kunnen verkopen.
A
€ 1.000
B
€ 1.500
C
€ 2.000
D
€ 3.000

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

 6.2 van alle markten thuis 

Slide 14 - Diapositive

laten lezen 
De markt

Slide 15 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

In de economie :
Markt = geheel van vraag en aanbod 

 Wie biedt er aan ?
producent 
Wie vraagt ? 
consument 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

de markt bepaalt de prijs
Een winkelier houdt bij het vaststellen van de verkoopprijs rekening met:
  • de inkoopprijs die hij heeft betaald. Die wil hij in ieder geval terugverdienen.
  • De markt. Als de vraag naar een product toeneemt, kan de prijs omhoog. Als de vraag afneemt, of als er meer aanbod komt, moet hij zijn prijs laten zakken.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

concurrenten

Slide 19 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kunnen bedrijven concurreren met elkaar?

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

concurrenten
Het aanbod komt niet alleen van de winkelier zelf, maar ook van zijn concurrenten.
Dat zijn alle bedrijven die goederen of diensten aanbieden die in dezelfde behoeften van consumenten voorzien.


Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bedrijven kunnen met elkaar concurreren door:

• een lagere prijs
• hogere kwaliteit
• betere service

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Marktaandeel

De omzet of afzet van een bedrijf uitgedrukt als percentage van de totale omzet of afzet van de productgroep.


(wat : waarvan) x 100%

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Marktaandeel
Het marktaandeel is het stukje afzet van een bedrijf vergeleken met de totale markt in een %. 

Bijvoorbeeld Volkswagen produceert in een jaar 350.000 auto's en in de totale markt worden 10.000.000 auto's geproduceerd, dan is het marktaandeel van Volkswagen? 
350.000 : 10.000.000 x 100% = 3.5%

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

voorbeeld
Bekijk de grafiek en beantwoord de vragen.
- Welke autoverzekeraar heeft het grootste marktaandeel? - En welke het kleinste?
- Welke autoverzekeraar heeft een marktaandeel van 7%?

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rekenen
Marktaandeel = eigen afzet ÷ totale afzet × 100%

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld
In een jaar verkopen alle automerken samen
390.402 auto’s. Het merk Audi verkoopt dat jaar 15.658 auto’s.

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is marketing?
Ondernemers proberen zoveel mogelijk winst te maken. Ze zullen daarvoor zo goed mogelijk in moeten spelen op de behoeften van de doelgroep.

Om zo goed mogelijk in te spelen op deze behoeften doen ze marktonderzoek en gebruiken ze marketinginstrumenten.

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Marketinginstrumenten
Voor de marketing hebben ondernemers marketinginstrumenten nodig, dit noem je de marketingmix en deze bestaat uit 6 p's.

De 6 P's staan voor: 
product, prijs, plaats, personeel, presentatie en promotie.

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Even herhalen!

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als het aanbod hoger wordt en de vraag blijft gelijk, dan
A
Blijft de prijs ook gelijk
B
Stijgt de prijs
C
Daalt de prijs

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De prijs van appels is gestegen, hierdoor
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
worden er meer peren verkocht
B
bakken we extra appeltaart
C
worden er meer appels verkocht
D
worden er minder appels verkocht

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe hoger de prijs, hoe
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
lager de vraag
B
hoger de vraag
C
lager het aanbod
D
groter het aanbod

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit is een grafiek van ...
A
de vraag
B
het aanbod

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noemen we de zes "P's" ook wel?
A
Reclameinstrumenten
B
Marketingmix
C
Marketingbeleid
D
Productdifferentiatie

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is MARKETING?
A
Alles wat een bedrijf onderneemt om (meer) te verkopen.
B
Instrumenten die je gebruikt op de verkoopmarkt.
C
Een methode om de winst te vergroten.
D
Een engels woord voor winkel.

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

H&M open een nieuwe vestiging. Over welk marketinginstrument gaat het hier?
A
product
B
personeel
C
promotie
D
plaats

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In een jaar produceert Apple 220.000 smartphones. In de totale markt worden 600.000 smartphones gemaakt. Wat is het marktaandeel van Apple?

Slide 40 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar kijk je naar om het marktaandeel te kunnen bepalen?
A
Naar de afzet, niet naar de omzet
B
Naar de afzet x prijs, niet naar de omzet
C
Naar de omzet, niet naar de afzet
D
Naar de afzet óf de omzet

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heb je geleerd?

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg een concrete- en een abstracte markt uit

Slide 43 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heeft de vraag en het aanbod invloed op de prijs?

Slide 44 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe beïnvloeden bedrijven de markt?

Slide 45 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

extra uitleg

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 47 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 48 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 49 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 50 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions