Spelling -teit
1 / 16
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Ik koop een cake van 2,00.
Ik krijg 30% korting.
Hoeveel is dat?
Ik krijg 30% korting.
Hoeveel is dat?
Slide 2 - Question ouverte
Het opladen van een batterij kost 160 minuten. Hij is op 40%. Hoeveel minuten zijn er voorbij?
Slide 3 - Question ouverte
Ik koop een broek van 80 euro. Ik krijg 24% korting. Hoeveel is dat?
Slide 4 - Question ouverte
-teit
Slide 5 - Carte mentale
bedtijd
elektriciteit
schooltijd
criminaliteit
woorden met -tijd
woorden met -teit
brutaliteit
etenstijd
calamiteit
kwaliteit
Slide 6 - Question de remorquage
Welk woord is niet goed geschreven?
A
schooltijd
B
bedteit
C
kwantiteit
D
kwaliteit
Slide 7 - Quiz
Welk woord is niet goed geschreven?
A
begintijd
B
sportiviteit
C
festivitijd
D
eindtijd
Slide 8 - Quiz
Welk woord is niet goed geschreven?
A
zomertijd
B
diversiteit
C
abnormaliteit
D
etensteit
Slide 9 - Quiz
Welk woord is niet goed geschreven?
A
lokaliteit
B
sportiviteit
C
criminalitijd
D
elektriciteit
Slide 10 - Quiz
Welk woord is niet goed geschreven?
A
anonimiteit
B
creativiteit
C
winterteit
D
populariteit
Slide 11 - Quiz
Dictee 1:
Slide 12 - Question ouverte
Dictee 2:
Slide 13 - Question ouverte
Dictee 3
Slide 14 - Question ouverte
Dictee 4:
Slide 15 - Question ouverte
Dictee 5:
