B 7 Elektriciteit in huis

 Energievoorziening



1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 9 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

 Energievoorziening



Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Hoe maakt een elektriciteitscentrale energie
Hoe maak je elektrische energie op een schone manier
Hoe komt de elektrische energie van de centrale bij je thuis

Slide 2 - Diapositive

Energiecentrales
Een energiecentrale produceert elektrische energie

De meeste centrales verbranden 



Hoe ontstaan fossiele brandstoffen?
FOSSIELE BRANDSTOFFEN
Steenkool
Olie
Gas

Slide 3 - Diapositive

Schrijf op waarom het verbranden van fossiele brandstoffen schadelijk is voor het milieu?

Slide 4 - Question ouverte

Elektriciteitscentrale

Slide 5 - Diapositive

Grijze stroom
- Aardgas
- Aardolie
- Steenkool

Slide 6 - Diapositive

Broeikas effect
Bij verbranden van fossiele brandstoffen ontstaat
KOOLSTOFDIOXIDE (CO2)
en 
WATER (H2O)

Wat is het broeikaseffect?

Slide 7 - Diapositive

Andere manieren om
energie op te wekken zijn:


Slide 8 - Diapositive

Groene energie

- Zonne energie
- Wind energie
- Water energie

Slide 9 - Diapositive

Groene energiebronnen
Voordelen: geen afval

Nadelen: de installaties zijn vaak duur in aanschaf, ook is de energiebron niet altijd beschikbaar. 

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Vidéo

Energie vervoeren
Energietransport

Slide 14 - Diapositive

Wat moet je onthouden
  • Hoe wordt elektrische energie vervoerd van de centrale naar je huis
  • Welke spanning is nodig bij 
       verschillende punten van het 
       elektriciteitsnet?
  • Wat doet een transformator?

Slide 15 - Diapositive

Welke volgorde klopt?
A
Condensor; generator; turbine; brander
B
Brander; condensor; generator; turbine
C
Brander; turbine; generator; condensor
D
Turbine; generator; condensor; turbine

Slide 16 - Quiz

Energieverlies
  • Als stroom door een kabel gaat, wordt de kabel warm.
          
 
  • Voor de minste energieverlies moet de stroom met een zo hoog mogelijke spanning worden vervoerd worden.
ENERGIEVERLIES
minder energie over voor de eindgebruikers

Slide 17 - Diapositive

Hoogspanning
1
2

Slide 18 - Diapositive

Elektriciteitcentrale

Transformators



380kV
10kV
230 V

Slide 19 - Diapositive

0

Slide 20 - Vidéo

Transformator
1
2

Slide 21 - Diapositive

Waarom wordt de spanning verhoogd als het over lange afstanden vervoerd wordt?
A
Voor veiligheid
B
Om energieverlies te voorkomen
C
Om een frequentie van 50 hz te krijgen
D
Dat is wat apparaten nodig hebben

Slide 22 - Quiz

Wat is de spanning van de elektriciteit in onze huizen?
A
20 kV
B
380 kV
C
10 kV
D
230 V

Slide 23 - Quiz

0

Slide 24 - Vidéo

Vermogen

Slide 25 - Diapositive

Vermogen
Hoeveel elektrische energie een apparaat per seconde verbruikt, noem je het vermogen

Afkorting: P 

Eenheid: watt (W)

Slide 26 - Diapositive

Energielabel
Energielabels maken het je makkelijk om te kiezen, want ze laten in één oogopslag zien welke apparaten, auto's en woningen zuinig omgaan met energie. 

Het energielabel is verplicht gesteld door de EU

Slide 27 - Diapositive

Rendement
Niet alle energie wordt nuttig gebruikt. Door het percentage nuttige energie te berekenen, kun je het rendement vinden. 

Slide 28 - Diapositive

Rendement






Wanneer je moet rekenen met rendement, maak een schetsje.

Slide 29 - Diapositive

Bij de verbranding van een bepaalde hoeveelheid benzine, komt in een automotor 500 kJ aan warmte vrij. Hiermee kan 200 kJ bewegingsenergie worden gemaakt. Wat is rendement van deze auto?
A
500 / 200 -> 2,5 %
B
200 / 500 -> 0,40 %
C
500 / 200 -> 25%
D
200 / 500 -> 40%

Slide 30 - Quiz

Een gloeilamp levert 20J aan warmte. Het rendement is 30%. Hoeveel energie wordt verbruikt?
A
20 x 0,30 --> 6,0 J
B
20 / 0,30 --> 67 J
C
20 x 0,70 --> 14 J
D
20 / 0,70 --> 29 J

Slide 31 - Quiz

Fossiele brandstoffen
Voordelen: makkelijk te vervoeren en verbranden. 

Nadelen: versterkt het broeikaseffect, geeft luchtvervuiling, raakt op. 

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Vidéo

Slide 34 - Vidéo

Slide 35 - Vidéo

Hoe noemen we de energie die in een batterij zit?
A
Elektrische energie
B
Zonne energie
C
Bewegingsenergie
D
Chemische energie

Slide 36 - Quiz

Kernenergie
Voordelen: geen luchtvervuiling

Nadelen: gevaarlijk afval, gevaarlijk om mee te werken. 

Slide 37 - Diapositive

Zonnepanelen

Slide 38 - Diapositive

De windturbine

bewegingsenergie -> elektrische energie

Binnen in een windmolen zit een generator. 

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Vidéo

In Nederland maken we vooral gebruik van....
A
Waterenergie
B
Zonne energie
C
Windenergie
D
Kernenergie

Slide 41 - Quiz