Chapitre 3 Sympa le collège C phrases clés parler

Chapitre 3

Partie 1: Mon collège
EX.13,14,15 p.110-111
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Chapitre 3

Partie 1: Mon collège
EX.13,14,15 p.110-111

Slide 1 - Diapositive

Le programme aujourd'hui
- nous révisons les heures (we herhalen de kloktijden)
- nous entendons les différences entre É et È. (we luisteren naar de verschillen tussen É en È. 
- nous parlons de l'école. (We kunnen over school spreken)

Slide 2 - Diapositive

Combine l'heure avec le bon horloge
Il est une heure
Il est une heure et quart
Il est une heure moins le quart
Il est une heure et demie

Slide 3 - Question de remorquage

Traduis: vertaal voluit in het Frans (geen getal)
1. Het is vijf uur. 3. Het is half 6.
2. Het is kwart over 5. 4. Het is kwart voor 6.

Slide 4 - Question ouverte

Weet je het nog? 
- Wanneer het 12 uur is zeg je in Het Frans niet 'Il est douze heures.
- Er is een verschil tussen 12 uur 's middags en 12 uur 's nachts. 
Attention! Het is half 1  
1. Il est midi/minuit et dem
Il est minuit
Il est douze heures
Il est midi

Slide 5 - Question de remorquage

Traduis: (voluit / geen getal!)
1. Het is 12 uur 's middags.
2. Het is kwart over 12 's nachts
3. Het is kwart half 1 's nachts.
4. Het is kwart voor 12 's middags.

Slide 6 - Question ouverte

Uitspraak van É
LIVRE p. 110 EX. 13

É spreek je uit als [ee] zoals de 1 van één uur op een klok. Let op: het accent komt overeen met de kleine wijzer van de klok.

Slide 7 - Diapositive

é = typ ' (zie foto) + e dan ENTER

Slide 8 - Diapositive

Uitspraak van È.
LIVRE p. 110 EX. 13

È  spreek je uit als [e] zoals e van 11 [èlf] uur op een klok. Let op: het accent komt overeen met de kleine wijzer van de klok.

Slide 9 - Diapositive

è = typ `(zie foto) +e dan ENTER

Slide 10 - Diapositive

Schrijf het Franse woord opnieuw maar dit keer wel met de accenten! voorbeeld : SEVERE => SÉVÈRE.
TRES

Slide 11 - Question ouverte

Schrijf het Franse woord opnieuw maar dit keer wel met de accenten! voorbeeld : SEVERE => SÉVÈRE.
RECRE

Slide 12 - Question ouverte

Schrijf het Franse woord opnieuw maar dit keer wel met de accenten! voorbeeld : SEVERE => SÉVÈRE.
ELEVE

Slide 13 - Question ouverte

Schrijf het Franse woord opnieuw maar dit keer wel met de accenten! voorbeeld : SEVERE => SÉVÈRE.
MATIERE

Slide 14 - Question ouverte

Tu vas parler de l'école (je gaat over school praten)
Livre p. 110 
EX. 13C
Écoute et répète.
Schuingedrukte woorden en zinsdelen kun je door andere woorden en zinsdelen veranderen.

Phrases clés C p.110

Slide 15 - Diapositive

Parler de l'école
QUESTION

Tu es en quelle classe?

Tu as quelles matières le mardi?

La récré, c'est à quelle heure?

Quelle heure est-il?
Parler de l'école
RÉPONSE 

Je suis en cinquième

Le mardi, j'ai biologie et maths

c'est à dix heures et demie.

Il est huit heures moins le quart

Slide 16 - Diapositive

Parler de l'école


QUESTION
Comment tu t'appelles?
Tu es en quelle classe?
Tu as quelles matières le jour ?

Parler de l'école. Kijk naar de tabel, kies een rol 1 of 2 en maak het gesprek af:
RÉPONSE 
Je m'appelle .......kolom 1 of 2
Je suis en .... !
Le (dag), j'ai (vak 1 ) et (vak2)
Annie/ 5e
Marc/ 4e
maandag
woensdag
AK en GS
FA en BI

Slide 17 - Diapositive

Ex 14 p.111
Bereid  EX 14 p.111 in jouw schrift voor!
Schrijf het hele gesprek over:
ROL A (interviewer) en ROL B (Valérie en Nathan) met de informatie bij de plaatjes.
Duur : 10 minuten.
Let op dat je de opdracht keurig hebt gemaakt. Je wordt zo getoetst.
timer
10:00

Slide 18 - Diapositive

Je bent Valérie.
Beantwoord de vraag met een hele zin in het Frans.
Tu es en quelle classe?

Slide 19 - Question ouverte

Je bent Valérie.
Beantwoord de vraag met een hele zin in het Frans.
Tu as quelle matières le mercredi?

Slide 20 - Question ouverte

Je bent Valérie.
Beantwoord de vraag met een hele zin in het Frans.
Tu as français le mercredi à quelle heure?

Slide 21 - Question ouverte

Je bent Nathan.
Beantwoord de vraag in het Frans met een hele zin:
Tu es en quelle classe?

Slide 22 - Question ouverte

Je bent Nathan.
Beantwoord in het Frans in hele zinnen:
Tu as quelles matières le lundi?

Slide 23 - Question ouverte

Je bent Nathan.
Beantwoord in het Frans in hele zinnen:
Tu as gym le lundi à quelle heure?

Slide 24 - Question ouverte

Les devoirs / het huiswerk
Apprends (leer) 
1-  les phrases-clés EX 13c p.110. = C p.132
2- vocabulaire A, B p. 130

Let op! Je kunt formatief worden getoetst! 

Slide 25 - Diapositive