De Vikingen

Vikingen 
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisBasisschoolGroep 6-8

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Vikingen 

Slide 1 - Diapositive

Vikingen
Wat weet je al?

Slide 2 - Carte mentale

De Vikingen
We noemen ze ook wel de Noormannen. 

Ze wonen in Noorwegen, Zweden en Denemarken (= Scandinavië). Op het kaartje hiernaast zijn delen van deze landen oranje gekleurd. Tussen 800 en 1100 zijn ze actief in heel Europa, vooral als woeste rovers
De Noormannen zijn bekend om hun bloedige plundertochten.  Ze zijn de beste zeelui van hun tijd. Vikingr(Noors) betekent piraat.

Slide 3 - Diapositive

Rooftochten
De Vikingen zijn bij ons vooral bekend vanwege hun plundertochten.

Dit deden ze omdat Scandinavië overvol was door bevolkingsgroei en er niet genoeg voedsel verbouwd kon worden.

Slide 4 - Diapositive

Handelaren
Het waren niet alleen maar woeste krijgers.
Vikingen waren ook ambachtslieden, ontdekkingsreizigers, de beste scheepsbouwers en ze deden ook aan landbouw en het waren handelaren. Thuis erft de oudste zoon de boerderij. De jongere zonen krijgen niets. Daarom gaan zij de zee op. Op hun tochten drijven ze handel, maar ze houden ook strooptochten langs de kusten van Europa. 

Slide 5 - Diapositive

Goden
De Vikingen geloofden in meerdere goden. Zoals Odin, Thor, Loki, Figg en Freya. Deze goden werden vereerd in tempels, met standbeelden en offers van dierenbloed. 
Volgens de Vikingen behoorde het Walhalla toe aan de oppergod Odin, god van oorlog en wijsheid. 
Zijn oudste zoon ken je misschien wel?
Thor, god van de donder. 

Slide 6 - Diapositive

Uit welke drie landen kwamen de Vikingen?
A
Nederland, Noorwegen en Finland
B
Noorwegen, Finland en Denemarken
C
Duitsland, Zweden en Finland
D
Noorwegen, Zweden en Denemarken

Slide 7 - Quiz

Waarom gingen de Vikingen op plundertocht?
A
Dat moest van de koning.
B
Scandinavië was overvol en er was niet genoeg voedsel.
C
In Scandinavië was het te koud.
D
Ze waren bang voor de goden.

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Vidéo

De Vikingen geloofden in?
A
1 god.
B
Meerdere goden.
C
Geen god.
D
De zee.

Slide 10 - Quiz

Noem 3 namen van de Goden.

Slide 11 - Question ouverte

Waarom waren de Vikingen zo moeilijk te verslaan?
A
Ze waren woest en onverschillig.
B
Ze waren niet bang en konden zich snel verplaatsen.
C
Ze hadden geheime wapens.
D
De goden hielpen de Vikingen mee.

Slide 12 - Quiz

Schepen
De Vikingen waren de beste scheepsbouwers van Europa. Ze hadden niet alleen roeispanen maar ook zeilen, iets wat nog nooit eerder gezien was in Europa. 
Ze bouwden lange en smalle schepen met voorop  de kop van een draak. 

Met deze schepen konden ze snelle aanvallen doen. In een zogenaamd drakenschip voeren ze zelfs over de Atlantische Oceaan. 

Slide 13 - Diapositive

Woeste krijgers
Een Viking geloofde dat als hij dapper streed, hij later in het Walhalla zou komen. Vikingen waren niet bang voor de dood en konden zich door de snelle schepen makkelijk verplaatsen. Dit maakte het dat ze moeilijk te verslaan waren .

Slide 14 - Diapositive

Alfabet
Ze spraken de taal: Oudijslands.
Het alfabet bestaat uit letters en strepen, zodat de mensen een tekst snel en makkelijk in hout of steen konden kerven.
De Vikingen gebruikten het runenalfabet, met 24 tekens.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Waar of niet waar?
  • Opdracht in tweetallen
  • Je gebruikt samen één Chromebook: google zoekmachine
  • Je ziet op het bord een vraag staan en probeert het antwoord samen (binnen de tijd!) via google te achterhalen.
  • Er komen in totaal 5 vragen. 
  • Als de timer is afgelopen ga je in het vak WAAR of NIET WAAR staan. 


Slide 17 - Diapositive

Van de huid van walrussen maakten de Vikingen touw.

Waar of niet waar?
timer
0:40

Slide 18 - Diapositive

WAAR

Slide 19 - Diapositive

Rijke Vikingen werden begraven met al hun spullen, zelfs hun paarden en ossen werden gedood en meegeven. 

Waar of niet waar?

timer
0:40

Slide 20 - Diapositive

WAAR

Slide 21 - Diapositive

Meestal gebruikten de Vikingen runderleer om hun schoenen van te maken. 

Waar of niet waar?

timer
0:40

Slide 22 - Diapositive

WAAR

Slide 23 - Diapositive

De God Odin heeft drie raven bij zich.

Waar of niet waar?

timer
0:40

Slide 24 - Diapositive

NIET WAAR

Slide 25 - Diapositive

Vikingen jaagden op walvissen en ijsberen. 

Waar of niet waar?

timer
0:40

Slide 26 - Diapositive

WAAR

Slide 27 - Diapositive

Vikingen
Wat weet je nu?

Slide 28 - Carte mentale