Gas appendages deel 2

Wat weten we nog van de vorige les
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
InstallatietechniekMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Wat weten we nog van de vorige les

Slide 1 - Diapositive

Wat is een appendage
A
Een klein toestel ter completering van een installatie
B
Een veiligheidstoestel ten behoeve van een installatie

Slide 2 - Quiz

Noem 3 appendages

Slide 3 - Question ouverte

Wat is de eerste appendage die je tegenkomt in de gasleiding van een woning?
A
Gasmeter
B
Hoofdleiding
C
Hoofdkraan
D
Gasdrukregelaar

Slide 4 - Quiz

Welke afsluiters worden gebruikt in een gasinstallatie?
A
Kogelkraan
B
Vlinderkraan
C
Membraanafsluiter
D
Plugafsluiter

Slide 5 - Quiz

Waarvoor wordt een magneetklep vooral gebruikt in een gasleiding?

Slide 6 - Question ouverte

Wat is de functie van een combi-klep of regelaar welke op de gasmeter is gemonteerd

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Welke nutsvoorzieningen kunnen we in een meterkast tegenkomen?
A
Elektriciteit
B
Water
C
Gas
D
Telecommunicatie

Slide 37 - Quiz

Welk onderscheid wordt er gemaakt voor de aansluitleiding in laagbouw woningen?
A
Onderheide laagbouwwoningen (fundering op zachte ondergrond, met heipalen).
B
Op staal gefundeerd (fundering op zachte ondergrond, met heipalen).
C
Op staal gefundeerd (fundering op een harde, meestal zand, ondergrond zonder heipalen).
D
Onderheide laagbouwwoningen (fundering op een harde, meestal zand, ondergrond zonder heipalen).

Slide 38 - Quiz

Waaraan moet de opstelplaats voldoen?

Slide 39 - Question ouverte

wat is de minimale luchtverversing van een meterruimte?
A
1 dm²/s per m³
B
minimaal 2 dm³/s
C
minimaal netto ventilatieoppervlak van 0,02 m²
D
1 dm³/s per m²

Slide 40 - Quiz

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Diapositive