H4 Talent h4 par. 1 les 1

Talent H4
Beschouwing of uiteenzetting
Globale indeling blok 3 = tot aan de voorjaarsvakantie H4 (beschouwing), na de vakantie toets/SO "schrijven van een beschouwing op papier). 
Daarna spelling en formuleren (H6) als voorbereiding op PWW3.
1 / 9
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 9 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 35 min

Éléments de cette leçon

Talent H4
Beschouwing of uiteenzetting
Globale indeling blok 3 = tot aan de voorjaarsvakantie H4 (beschouwing), na de vakantie toets/SO "schrijven van een beschouwing op papier). 
Daarna spelling en formuleren (H6) als voorbereiding op PWW3.

Slide 1 - Diapositive

Theorie beschouwing
  • Beschouwing = lezer laten nadenken over een bepaalde kwestie / je gedachten ergens over laten gaan / voors en tegens op een rijtje zetten / 
  • Een voorbeeld. Er is een probleem:
  • uitleggen waarom iets een probleem is
  • verschillende verklaringen/oorzaken voor het probleem
  • verschillende oplossingen voor het probleem
  • de voor- en nadelen van de voorgestelde oplossingen
  • verschillende meningen van deskundigen

Slide 2 - Diapositive

Verschil betoog?
Wat is het verschil met een betoog? -> in een betoog probeer je de lezer te overtuigen van jouw mening, in een beschouwing mag de lezer zelf een oordeel vellen aan de hand van verschillende meningen.

Slide 3 - Diapositive

Overeenkomsten betoog?
Wat is wel hetzelfde?
  • Opbouw: inleiding, middenstuk, slot
  • Inleiding: beginnen met aandachttrekker, onderwerp introduceren, hoofdvraag (ipv standpunt)
  • middenstuk: per mening/voor- of nadeel/oplossing een alinea
  • Slot: korte samenvatting, hoofdvraag herhalen

Slide 4 - Diapositive

Geschikte tekststructuren (5.9)
voor- en nadelenstructuur
In de inleiding introduceer je de kwestie en stel je een vraag of poneer je een stelling. In het middenstuk beschrijf je de voor- en nadelen van de vraag/stelling en in het slot is er een afweging en conclusie. Let op dat de voor- en nadelen in evenwicht zijn!
2
probleem-oplossingsstructuur
In de inleiding bespreek je het probleem. In het middenstuk bespreek je de gevolgen (waardoor is het een probleem?), de oorzaken van het probleem en mogelijke oplossingen. In het slot geef je een korte samenvatting of afweging. Als je een betoog schrijft, bespreek je in het slot de beste oplossing. In een beschouwing doe je dat niet, omdat je dan teveel één kant op gaat.
1
verklaringsstructuur
In de inleiding bespreek je een bepaald verschijnsel. In het middenstuk geef je kenmerken, voorbeelden, verklaringen, oorzaken en/of redenen voor het verschijnsel. In het slot geef je een samenvatting of conclusie. Bij deze tekststructuur is het belangrijk dat je verschillende experts aan het woord laat.
3

Slide 5 - Diapositive

Probleem-oplossingsstructuur
Inleiding: wat is het probleem? 
Bijvoorbeeld: Groei ChatGPT-gebruik tijdens toetsen
Middenstuk: Waarom is dat een probleem? (geen leer-effect)
Wat zijn de gevolgen? (onvoorbereid op je examen)
Oorzaken? (gemak? Cheating doen "we" met alles?)
Welke oplossingen? (Alles op papier? Blokkade AI?)
Wat zijn de beste oplossingen?

Slide 6 - Diapositive

Vraag-antwoordstructuur
Inleiding: Wat is de centrale vraag? (Welke maatschappelijke problemen hebben de interesse van jongeren?)
Middenstuk: welke antwoorden op die vraag? (woningnood, klimaat, wachtlijsten jeugdzorg)
Slot: conclusie of samenvatting

Slide 7 - Diapositive

Verklaringsstructuur
Inleiding: welk verschijnsel vraagt om een verklaring?  (Noorderlicht)
Middenstuk: welke kenmerken heeft het verschijnsel?/Welke reden/oorzaken/verklaringen kunnen worden bedacht? (Hoe kan het ontstaan? Hoe vaak komt het voor? Interessante kenmerken?)
Slot: wat is de hoofdgedachte van de beschouwing in het kort?

Slide 8 - Diapositive

Aan de slag
Maken: H4 §1, inclusief Test jezelf (pak dus je vakboek erbij en bekijk wat je daadwerkelijk weet en waar je nog aan moet werken)
Als je de "test jezelf" in de digitale omgeving hebt gemaakt ga je verder met §2 tekst 1.Huiswerk = Vraag 1 t/m 10 maken  (voor vraag 10 heb je oortjes nodig) Klaar? Verder met ander huiswerk, leesboek, PWS, etc. :)

Slide 9 - Diapositive