C1.1.3 + 1.1.4 Arm & Rijk


Arm en rijk
Hoofdstuk 1
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon


Arm en rijk
Hoofdstuk 1

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
  • Introductie                              (5 min)

  • Theorie                                      (10 min)


  • Opdracht leerwerkboek     (25 min)
  • Bespreken/afsluiten            (10 min)

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan de leerling...
  1. Uitleggen wat basisbehoeften zijn en daarvan voorbeelden opnoemen. 
  2. Uitleggen wat krottenwijken zijn.
  3. Herkennen en uitleggen wat een scharreleconomie is. 





Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.3 Basisbehoeften, arm en rijk
Begrippen:
- Basisbehoeften.
- Bnp/hoofd.
- Gezondheidzorg.
- Krottenwijk.
- Scharreleconomie.
- Welvaart
- Welzijn. 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Hoe herken jij het verschil tussen arm en rijk?




    Slide 5 - Diapositive

    Iphone, geen jeezys, nike, merk schoenen. 
    Wat heb je nodig om te overleven?

    Slide 6 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Basisbehoeften
    Wat heb je nodig om te leven?
    Voeding
    Kleding
    Onderdak
    Gezondheids-
    zorg

    Onderwijs
    1
    2
    3
    4
    5

    Slide 7 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Basisbehoeften?
    • Basisbehoeften: Alles wat je nodig hebt om te overleven.

    • Wat heb je nodig om te overleven?
    1. Voeding
    2. Kleding
    3. Onderdak
    4. Onderwijs
    5. Gezondheidszorg

    Slide 8 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Basisbehoeften, en nu?
    Arm: Als je niet genoeg geld hebt om 
    je basisbehoeften te regelen.

    Je bent voorzien in al je basisbehoeftes (alles wat je nodig hebt om te overleven).

    • Ben je dan rijk?

    Slide 9 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Slide 10 - Vidéo

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Deze jongen heeft alle basisbehoeften, is hij arm?
    Ik vind van wel
    Ik vind van niet

    Slide 11 - Sondage

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Wat is geen basisbehoefte?
    A
    Voedsel
    B
    Kleding
    C
    Internet
    D
    Onderdak

    Slide 12 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Slide 13 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    • In arme landen woont een deel in gewone huizen, maar het armste gedeelte woont in krottenwijken. 
    • Toiletten, waterleidingen, elektriciteit is hier niet goed geregeld

    Slide 14 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Mensen werken vooral in een economie waarin zij geld verdienen met losse baantjes
    Scharreleconomie

    Slide 15 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Slide 16 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Leerdoelen
    Aan het einde van de les kan de leerling...
    1. Uitleggen wat basisbehoeften zijn en daarvan voorbeelden opnoemen. 
    2. Uitleggen wat krottenwijken zijn.
    3. Herkennen en uitleggen wat een scharreleconomie is. 





    Slide 17 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    wanneer is een land arm of rijk?
    welvaart = rijkdom van een land op basis van geld. Hier kijk je naar als je wil weten of een land rijk of arm is.

    Als je wil weten of iemand in een bepaald land echt arm of rijk is, dan moet je kijken naar de levensomstandigheden van de mensen in dat land = welzijn:
    1. gezondheid
    2. onderwijs
    3. koopkracht

    Slide 18 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Slide 19 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Slide 20 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    welvaart berekenen
    Welvaart kun je meten met de volgende formule:

    Al het geld dat in een jaar wordt verdiend in een land / aantal inwoners = BNP/ hoofd (bruto nationaal product per hoofd van de bevolking) 


    Slide 21 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Welvaart en welzijn
    • Welvaart kijkt naar hoeveel geld er in een land 
    verdiend wordt: kun je luxe dingen kopen 

    • Welzijn kijkt naar hoe de levensomstandigheden 
    zijn in een land: ben je gezond, veilig, gelukkig?

    Slide 22 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Welvaart
    Wat is welvaart?
    • Als het economisch goed gaat met een land.

    Welke landen zou je als welvarend kunnen bestempelen?
    • Nederland
    • VS (Verenigde staten), 
    • UK (Engeland) 
    • Taiwan...



    Slide 23 - Diapositive

    Het is een welvarend land. Het is een rijk land.

    Door de VOC is Nederland een welvarend land geworden. 
    Welvaart
    Stelling...

    • Overal in de wereld is de welvaart gelijk.

    • Stelling is Juist/Onjuist

    Slide 24 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Slide 25 - Diapositive

    Het CBS berekent de economische groei met behulp van het bruto binnenlands product (bbp). Het bbp is de totale toegevoegde waarde van alle in een land geproduceerde finale goederen en diensten. 

    Het BNP staat voor bruto nationaal product. Dit staat voor alle primaire inkomens die in een jaar door de bevolking van een bepaald land worden verdiend.
    Welk land is het meest welvarend in de wereld?
    Nederland
    Zwitserland
    Denemarken
    VS (Verenigde staten)
    Zweden

    Slide 26 - Sondage

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Welvaart
    1. Liechtenstein 
    2. Qatar
    3. Monaco 
    4. Luxemburg 
    5. Singapore 
    6. Brunei
    7. Ierland 
    8. Noorwegen 
    9. V.A.E. 
    10. Koeweit
    11. België 
    Landen met de hoogste bnp/hoofd

    Slide 27 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Welvaart vergelijken
    Bruto Nationaal Product (BNP)
    Het inkomen van een land noem je het Bruto Nationaal Product (BNP).
     Een land met heel veel inwoners heeft natuurlijk een groter inkomen 
    dan een land met heel weinig inwoners. 

    BNP per hoofd
    Het gemiddelde inkomen per inwoner. 
    BNP : het aantal inwoners = BNP per hoofd

    Slide 28 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Opdracht
    Je werkt in tweetallen. Gebruik je rekenmachine of die op je laptop staat.
    1. We gaan het bruto nationaal product per hoofd (bnp/hoofd) van drie landen berekenen.

    BNP = aantal inwoners : BNP land
    Bnp/hoofd

    Slide 29 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Weet je het nog?
    • Wat er met basisbehoefte bedoeld word?
    • Wat het verschil is tussen welvaart en welzijn?
    • Kun je uitleggen wat het bnp/hoofd is?


    Slide 30 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions