3.4 Een beter beeld met indexcijfers GT/TH

Ga rustig naar je plek. Pak je boek en ga rustig lezen
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Ga rustig naar je plek. Pak je boek en ga rustig lezen

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?
  • Behandelen Hoofdstuk 3 paragraaf 4 (15 min)
  • zelfstandig werken (30 min)
  • Wat hebben we geleerd (5 min)

Slide 2 - Diapositive

Omzet - inkoopwaarde =
A
brutowinst
B
nettowinst
C
bedrijfskosten
D
verlies

Slide 3 - Quiz

Brutowinst - bedrijfskosten =
A
brutowinst
B
nettowinst
C
inkoopwaarde
D
omzet

Slide 4 - Quiz

nettowinst + bedrijfskosten=
A
brutowinst
B
bedrijfskosten
C
omzet
D
ik weet het niet

Slide 5 - Quiz

Stamp in je hoofd/zeg 100x op...
Omzet
Inkoopwaarde van de omzet  -
Brutowinst                                      =
Bedrijfskosten                               -
Nettowinst                                      =
... plak dit op je slaapkamerdeur
of maak er een liedje van... wat voor jou werkt!

Slide 6 - Diapositive

Niels heeft een electronicazaak. Zijn omzet in 2023 was € 275.000. Zijn brutowinst was € 75.000. Wat is de nettowinst in procenten van zijn omzet? Rond af op een heel getal.

Slide 7 - Question ouverte

De omzet in 2023 was € 275.000 en de brutowinst was € 75.000. De inkoopwaarde was dus
€ 200.000. Wat is de brutowinst in procenten van de inkoopwaarde? Rond af op een heel getal.

Slide 8 - Question ouverte

De omzet was in dec 2022 € 20.000. Een jaar later was de omzet € 23.500. Met hoeveel procent is de omzet gestegen? (Rond af op een heel getal)

Slide 9 - Question ouverte

Tessa heeft een kledingzaak en wil 90% brutowinst op de inkoopwaarde maken. Ze heeft een jasje ingekocht voor € 15. Voor welke prijs wil ze hem verkopen? Er komt ook 21% BTW bij!
A
€ 18,15
B
€ 28,50
C
€ 30,23
D
€ 34,49

Slide 10 - Quiz

Indexcijfer
Een getal dat aangeeft met hoeveel procent dit getal verschilt van het getal in het basisjaar.

Slide 11 - Diapositive

Een indexcijfer geeft aan hoeveel procent een getal verschilt van een ander getal. 
  • Cijfers kun je vergelijken door te werken met indexcijfers
  • Cijfers worden vergeleken t.o.v. een basisjaar. 
  • Het indexcijfer van het basisjaar is ALTIJD 100.
Indexcijfer:
laat een procentuele verandering zien ten opzichte van een afgesproken periode (=het basisjaar).

Slide 12 - Diapositive

Formule indexcijfer
Het basisjaar heeft het indexcijfer 100.

Formule indexcijfer: 
(gegeven van dat jaar : gegeven van het basisjaar) × 100 = indexcijfer.

Een indexcijfer rond je meestal af op een heel getal.

Slide 13 - Diapositive

Hoeveel procent waren de huizen in het jaar 2000 goedkoper dan het basisjaar 2010?
Stap 1: Bepaal het basisjaar.
Het basisjaar is 2010. Het indexcijfer is dan automatisch 100.
Stap 2: Zoek de waarde van het nieuwe indexcijfer op. Dat is 71,1.
Stap 3: Bereken het verschil tussen het nieuwe indexcijfer en het basisjaar.
Het verschil is 71,1 – 100 = –28,9.

Slide 14 - Diapositive

Consumentenprijsindex
- Consumentenprijsindex (CPI) Meet je de gemiddelde prijsontwikkeling in Nederland aan de hand van een indexcijfer.

- Je gaat de uitgaven van een gemiddeld gezin in een jaar vergelijken met het basisjaar.

Voedingsmiddelen, huurkosten, energiekosten. 

Slide 15 - Diapositive

consumentenprijsindex

Slide 16 - Diapositive

Indexcijfers
Berekeningen indexcijfers:

Indexcijfer berekenen?
(gegeven van nieuw jaar : gegeven van het basisjaar) × 100 = indexcijfer.

  • Indexcijfer 2016 = 2,78 : 2,75 x 100 = 101

Slide 17 - Diapositive

Indexcijfers
Berekeningen indexcijfers:

Indexcijfer berekenen?
(gegeven van nieuw jaar : gegeven van het basisjaar) × 100 = indexcijfer.

  • Indexcijfer 2015 = 2,51 : 2,75 x 100 = 91

Slide 18 - Diapositive

Wat is een indexcijfer?
A
Een gewogen gemiddelde met een wegingsfactor
B
Een getal die een exponentiële groei laat zien
C
Een getal dat een procentuele verandering laat zien
D
Cijfer zonder decimalen

Slide 19 - Quiz


Wat is het indexcijfer van 2013?
A
94
B
95
C
96
D
97

Slide 20 - Quiz


Wat is het indexcijfer van 2016?
A
101
B
102
C
103
D
104

Slide 21 - Quiz

opdrachten maken

Slide 22 - Diapositive

Zelfstandig oefenen
Maak in stilte!! de volgende opdrachten:
Paragraaf 4

Formule= Getal gevraagd jaar : Getal basisjaar

timer
15:00

Slide 23 - Diapositive

Huiswerk
  • Lees de theorie 
  • Maak de opdrachten 

Kader en GL
Maken opdrachten paragraaf 4

Slide 24 - Diapositive

Wat heb je geleerd?

Slide 25 - Diapositive