VU H2 - opdr 2.1 t/m 2.5

Verdienen & Uitgeven
Op tafel: 
Lesbrief open op p. 17
Iets om mee te schrijven
Laptop
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Verdienen & Uitgeven
Op tafel: 
Lesbrief open op p. 17
Iets om mee te schrijven
Laptop

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

6.20

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefenen met het verschuiven van lijnen
De vraaglijn verschuift door een stijging van de inkomens
Schuift de vraaglijn naar rechts (hand opsteken) of naar links (hand naar beneden houden)?

Naar rechts -> mensen zijn bereid meer voor hetzelfde product te betalen.


Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefenen met het verschuiven van lijnen
Het aantal aanbieders op een markt neemt toe,
Schuift de aanbodlijn naar rechts (hand opsteken) of naar links (hand naar beneden houden)?

Naar rechts -> voor elke prijs worden er nu meer goederen aangeboden.



Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag en aanbood arbeidsmarkt

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Arbeidsmarkt
Vraag en aanbod  naar werk

Slide 6 - Diapositive

In een land zijn veel verschillende plekken waar je kunt werken. Er zijn ook veel verschillende mensen, met ieder hun eigen talenten en interesses. De bedrijven en overheid vragen voortdurend om zich heen of er mensen bij hen willen werken. De verschillende mensen bieden aan om bij bedrijven of de overheid te werken. 

Alle plekken waar je kunt werken en alle mensen die werk hebben of willen werken, noemen we de arbeidsmarkt. Op de arbeidsmarkt hebben we een vraagkant (de bedrijven vragen naar werknemers) en een aanbodkant (personen bieden hun werk en hun tijd aan).
Verschuiven van de vraaglijn
Andere belangrijke vraagfactoren
Richting van de lijn blijft altijd gelijk!!
Naar rechts
Naar links

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

opdracht 1.12

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samengestelde rente:(rente over rente)

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samengestelde interest
Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
Beginwaarde
€ 1.200
1,2%
Eindwaarde
€ 14,75
€ 1.243,72

€ 14,40
€ 1.214,40
€ 14,57
€ 1.228,97

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik
Huiswerk was:
maken en nakijken t/m 1.19


Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kan je ...
... via de toegevoegde waardes het BBP berekenen
... via de primaire inkomens het BBP berekenen
... beargumenteren waarom het BBP een hele beperkte maatstaf voor welvaart is?

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De economische kringloop 
eenvoudige omschrijving zoals in paragraaf 2.1 (p. 17):

Bedrijven produceren met

productiefactoren (= productie).

De producten verkopen ze en 

daarmee betalen ze de beloningen 

voor de productiefactoren aan de 

Gezinnen (= inkomen), die daarmee de producten kopen, die bedrijven weer produceren.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 oefenen
lezen blz. 17 en maken 2.1 t/m 2.3


HINTS:
2.1 - Gezinnen behalen inkomen door productiefactoren in te zetten
2.2 - Bedrijven betalen dit inkomen
2.3a - BBP wordt hier bedoeld als de omzet
2.3b - Nationaal inkomen = alle inkomens bij elkaar opgeteld

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Economische kringloop --> een stapje realistischer
par.2.2
Niet al het inkomen wordt weer uitgegeven aan producten.

Gezinnen sparen een deel van hun inkomen bij de bank. Bedrijven lenen dit geld om mee te investeren.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Y = nationaal inkomen gezinnen
C = consumptie gezinnen
S = besparingen gezinnen
I = investeringen

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

geld dat er inkomt, gaat er ook weer uit!
Bedrijven
Instroom: C + I
Uitstroom: Y                                                         --> Y = C + I

Gezinnen
Instroom: Y
Uitstroom: C + S                                                 --> Y = C + S

Banken
Instroom: S
Uitstroom: I                                                          --> S = I
P. 18

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Begeleid oefenen
maken: opdracht 2.5

HINTS:
a) Productiewaarde = som van inkomen uit productiefactoren
c) Alles wat er binnenkomt bij gezinnen, gaat er uit in de vorm van consumeren en sparen

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor welk bedrag is er door bedrijven geproduceerd?

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel sparen de gezinnen?

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Kijk na:

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Evaluatie

  • Het bbp berekenen als som van de toegevoegde waarde
  • Het bbp berekenen als som van de beloning voor de productiefactoren
  • De geldkringloop voor een gesloten economie beschrijven
  • Onderscheid maken tussen een reële kringloop en geldkringloop

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions