1.5 woorden - 3K
zich een slag in de rondte werken
A
de wil om iets te bereiken
B
erg hard werken
C
het alleen moeten doen
D
het verloop, de voortgang
1 / 20
Éléments de cette leçon
zich een slag in de rondte werken
A
de wil om iets te bereiken
B
erg hard werken
C
het alleen moeten doen
D
het verloop, de voortgang
Slide 1 - Quiz
de zakenpartner
A
de loopbaan
B
iemand met wie je een bedrijf hebt
Slide 2 - Quiz
de werknemer
A
iemand die voor een baas werkt, het personeelslid
B
iemand met wie je een bedrijf hebt
C
de bedrijfstak, de sector
D
besturen, leiden
Slide 3 - Quiz
de voldoening
A
de moeilijke, nieuwe taak
B
het gevoel van tevredenheid
Slide 4 - Quiz
de uitdaging
A
de wil om iets te bereiken
B
iemand opvolgen
C
de moeilijke, nieuwe taak
D
het alleen moeten doen
Slide 5 - Quiz
de richtlijn
A
wat je leert op de werkvloer (kennis en vaardigheid)
B
de instructie voor wat je moet doen, het voorschrift
Slide 6 - Quiz
de praktijkervaring
A
iemand opvolgen
B
de wil om iets te bereiken
C
een grote liefde voor iets
D
wat je leert op de werkvloer (kennis en vaardigheid)
Slide 7 - Quiz
de passie
A
een grote liefde voor iets
B
de bezieling, de kracht om nieuwe ideeën te krijgen
Slide 8 - Quiz
de ontwikkeling
A
besturen, leiden
B
de loopbaan
C
erg hard werken
D
het verloop, de voortgang
Slide 9 - Quiz
de ondernemer
A
de bedrijfstak, de sector
B
iemand met een eigen bedrijf
Slide 10 - Quiz
managen
A
de bedrijfstak, de sector
B
besturen, leiden
C
de loopbaan
D
het verloop, de voortgang
Slide 11 - Quiz
in loondienst zijn
A
iemand die een bepaald beroep uitvoert
B
erg hard werken
C
werken en verdienen op basis van een contract
D
iemand die een bepaald beroep uitvoert
Slide 12 - Quiz
de inspiratie
A
de bezieling, de kracht om nieuwe ideeën te krijgen
B
de wil om iets te bereiken
Slide 13 - Quiz
het in je eentje redden
A
iemand op volgen
B
de moeilijke, nieuwe taak
C
een grote liefde voor iets
D
het alleen moeten doen
Slide 14 - Quiz
in iemands voetsporen treden
A
de loopbaan
B
iemand opvolgen
Slide 15 - Quiz
de competentie
A
de wil om iets te bereiken
B
de bedrijfstak, de sector
C
de deskundigheid, de bekwaamheid, de vaardigheid
D
wat je leert op de werkvloer (kennis en vaardigheid)
Slide 16 - Quiz
de carrière
A
de bedrijfstak, de sector
B
de loopbaan
Slide 17 - Quiz
de branche
A
de wil om iets te bereiken
B
erg hard werken
C
besturen, leiden
D
de bedrijfstak, de sector
Slide 18 - Quiz
de beroepsoefenaar
A
de wil om iets te bereiken
B
iemand die een bepaald beroep uitvoert
Slide 19 - Quiz
de ambitie
A
de wil om iets te bereiken
B
de loopbaan
C
erg hard werken
D
iemand met een eigen bedrijf
