Speeddaten

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Speeddate

binnenkring - buitenkring

Welke vragen wil je stellen aan je klasgenoten?

Met wie woon je samen?

Gezinsleden/ huisdieren
Hoe zien ze eruit?

Wat voor werk / school doen ze?
Wat voor persoonlijkheid hebben zij?

Hoe ziet je huis/woonplaats eruit?

Wat voor soort woning?

Wat voor buurt?

Kleuren?

Wat is jouw favoriete vakantieland?

Wat is er zo fijn aan dat land?

Wat is het leukst dat je daar hebt meegemaakt?

Wat is het grappigst dat je in de vakantie hebt meegemaakt?

Wat is jouw grootste blunder?

Vertel hier wat over. Waar was dat? 

Wat is er gebeurd?

Wie waren er nog meer bij?

Je gaat voor een halfjaar naar een onbewoond eiland.

Welke drie dingen neem je mee?

Waarom neem je juist die dingen mee?

Waar ben je het meest trots op?

Waar heb je dat gedaan?

Waarom deed je dat?

Hoe heb je dat gedaan?

Wat is belangrijk voor jou?

Vertel daar eens wat meer over.

Waarom is dit zo belangrijk voor jou?

Wie is de belangrijkste persoon in jouw leven?

Kun je wat over deze persoon?

Waarom is hij/zij zo belangrijk voor jou?

Wat doe je over 10 jaar, denk je?

Wat ga je doen om dat te bereiken?

Wat heb je daarvoor nodig?

Wat staat er op jouw bucketlist?

Is dit haalbaal?

Hoe zie je dat voor je?

Wie is jouw beste vriend/vriendin?

Wat is zijn/ haar persoonlijkheid?
Hoe leerde je hem/ haar / hen kennen?

Welke beroemdheid zou jij willen ontmoeten?

Waarom hem/haar?

Vertel iets over deze beroemdheid.

Wat is jouw favoriete snack?

Hoe vaak eet je dat?

Is het gezond?

Wat wil je later worden?

Hoe ga je dat bereiken?

Wat vind je leuk aan dat beroep?

Geef de ander een compliment.

Dilemma`s

Zou je liever een held of schurk zijn?

Liever een clown of een goochelaar op je verjaardagsfeestje?

Liever alleen maar toetjes of alleen maar voorgerechten eten?

Geen wimpers of wenkbrauwen?

Altijd hoge hakken moeten dragen of altijd zonder schoenen?

Nooit meer deodorant of nooit meer shampoo?

Dilemma`s

Niezen of de hik?

Duizend spinnen in je huis of 10 duizend vliegen?

Te warm gekleed in de zomer, of te koud gekleed in de winter?

Zou je liever reïncarneren als een hond of een kat?

Altijd underdressed of altijd overdressed? 

Superslim of superveel geluk hebben?