Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Les 3 - Leesvaardigheids training
Slide 1 - Diapositive
create.kahoot.it
Slide 2 - Lien
Leerdoelen
Je kunt aan het einde in 2 zinnen beschrijven wat de leesstrategie intensief lezen inhoudt.
Je kunt intensief lezen op een correcte manier toepassen om zo op het juiste antwoord te komen.
Slide 3 - Diapositive
Leesstrategie 4 - intensief lezen
Deze strategie pas je toe als het noodzakelijk is een hele alinea te begrijpen om een vraag te kunnen beantwoorden.
Begin met het globaal lezen van de tekst; de grote lijnen van de tekst zijn op deze manier al duidelijk. Daarna lees je de tekst of het tekstgedeelte intensief.
Slide 4 - Diapositive
Leesstrategie 4 - intensief lezen
Dat doe je op de volgende manier:
Onderstreep in de tekst de kernwoorden. Bepaal hiermee per alinea de kern.
Omcirkel de signaalwoorden die het verband tussen de paragrafen/alinea`s duidelijk maken.
Zoek de betekenis van belangrijke moeilijke woorden op of probeer de betekenis van deze woorden af te leiden.
Slide 5 - Diapositive
Leesstrategie 4 - intensief lezen
Signaalwoorden:
Een signaalwoord is een woord of woordgroep waarmee een bepaald verband wordt aangegeven tussen verschillende alinea's of zinnen.
Slide 6 - Diapositive
Ken je al signaalwoorden in het Duits?
Slide 7 - Carte mentale
Signaalwoord tegenstelling
Signaalwoord argument/reden
Signaalwoord oorzaak/gevolg
maar
Namelijk
met as gevolg
echter
Immers
Want
Omdat
doordat
daaren-
tegen
Slide 8 - Question de remorquage
weil
denn
also
aber
und
doch
toch
en
maar
dus
Want
Omdat
Slide 9 - Question de remorquage
Woorden opzoeken
tijdens de examens heb je alleen een woordenboek
daarom is het van belang hiermee goed om te kunnen gaan
Slide 10 - Diapositive
Werkblad
Luister goed en onderstreep de volgens jou belangrijkste woorden
Daarna lees jij de tekst nog een keer, je omcirkelt de signaalwoorden
Jullie gaan in duo’s aan de hand van de onderstreepte woorden iedere alinea kort in het Nederlands samenvatten.
Zijn er woorden die je niet snapt, dan zoekt deze samen op, help elkaar.
timer
10:00
Slide 11 - Diapositive
Welche Aussage über Oliver Maier ist richtig? (Einleitung und 1. Absatz)
A
Er bestimmt, wie viel Gummibärchen jedes Jahr produziert werden.
B
Er hat die Gummibärchenverpackung entworfen.
C
Er hat eine leitende Position im Haribo-Unternehmen.
D
Er ist im Haribo-Unternehmen aufgewachsen.
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Diapositive
“einen geschulten Gaumen [=proeven], eine feine Nase [=ruiken] und ein gutes Auge [=zien]” (alinea 2)
Over welk zintuig spreekt Oliver Maier niet in alinea 2?
A
proeven
B
ruiken
C
zien
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Diapositive
Waaruit blijkt dat het Haribo-familiebedrijf Oliver Maier erg waardeert? (alinea 3)
Beantwoord deze vraag in het Nederlands.
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Welcher Titel passt zum 5. Absatz?
A
Die Entstehung der Goldbären
B
Größtes Exportprodukt in Deutschland
C
Ständige Verbesserung der Rezeptur
D
Wichtige Fakten über die Goldbären
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Diapositive
Heeft de samenvatting jouw geholpen om de vragen te beantwoorden?
😒🙁😐🙂😃
Slide 20 - Sondage
Tekst 2 - Werkblad
Maak de opdrachten! Wie als eerste klaar is, steekt zijn vinger op en krijgt een zakje Haribo`s!
Slide 21 - Diapositive
Signaalwoorden
Slide 22 - Diapositive
Op het leerhuis
Ga verder met het lezen van je eigen tijdschrift.
Aan het einde van de les vul je nog een exit ticket in.
Lever het tijdschrift aan het einde van de les weer bij jouw docent in.