Herhaling hoofdstuk 2

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Economieles 8 januari

Herhaling paragraaf 4

& herhaling heel hoofdstuk

Boek + schrift + rekenmachine 

Programma

Huiswerk

Terugblik vorige lessen

Testje met herhalingsvragen (samen!)

Werken aan de zelftest op blz 71

Upload hier een foto van je schrift paragraaf 2.4 (gemaakt, nagekeken & verbeterd)

Wat hebben we vorige les gedaan?

Vorige les

-100P +250 = 100P - 50

Op de plek van P 1,5 invullen

Qv = -100 * 1,5 + 250 = 100. 

Qa = 100*1,5 - 50 = 100. 

Bij een prijs van 1,5 en 

hoeveelheid van 100 is de 

markt in evenwicht

Doelen 2.4

De 4 verschillende marktvormen kunnen onderscheiden en herkennen

Monopolie, Oligopolie, Monopolistische concurrentie & Volkomen concurrentie

Je kent en herkent de begrippen Concurrentie, kartel, prijzenoorlog, marktaandeel, homogeen & heterogeen product. 

Concurrentie

Van concurrentie is sprake als er andere aanbieders zijn die een vergelijkbaar product aanbieden

Welke soorten markten zijn er?

Er zijn 4 soorten markten die we onderscheiden. Het onderscheid wordt gemaakt door het aantal aanbieders op een markt.

Zijn de Albert Heijn en de Jumbo elkaars concurrenten?

1. Ja
2. Nee

Als er op een markt slechts 1 aanbieder is, dan praten we van een...

1. Monopolie
2. Oligopoli

Oligopolie

Je praat van oligopolie als er slechts een paar aanbieders zijn in een markt. Voorbeeld is bijvoorbeeld de zorgverzekeraars in Nederland. Want 90% van de mensen is verzekerd bij een van de vier grootste verzekeraars.

In een oligopolie kan een prijzenoorlog ontstaan. Leg in je eigen woorden uit wat er dan gebeurd?

Kartelvorming

Het tegenovergestelde van een prijzenoorlog is kartel vorming. Bedrijven maken dan stiekem onderling prijsafspraken. Dit is verboden.

Veel concurrentie

Van veel concurrentie is sprake als er veel aanbieders zijn die een vergelijkbaar product aanbieden. We onderscheiden:

• Monopolistische concurrentie; product is hetzelfde, maar de kwaliteit is steeds anders, we praten van heterogene producten
  
• Volkomen concurrentie; geen verschil in product, we praten van homogene producten
  

Monopolie

Oligopolie

Monopolistische concurrentie

Volkomen concurrentie

Er is slechts 1 aanbieder op de markt

In deze markt zijn veel aanbieders met geen verschil in kwaliteit van het product

In deze marktzijn veel aanbieders met verschil in kwaliteit van het product

Er zijn een paar aanbieders in de markt

Herhaling hoofdstuk 2

Sleep naar de juiste definitie

Vraagoverschot

Aanbodoverschot

Er is meer aanbod dan vraag

Er is meer vraag dan aanbod

Sleep naar de juiste definitie

Vraagoverschot

Aanbodoverschot

De prijs zal stijgen

De prijs zal dalen

Beschrijf in eigen woorden wat marktmechanisme is

De totale opbrengst bereken je

1. TO x TK
2. TO - TK
3. TO + TK
4. p x q

Om de totale winst (TW) te berekenen doe je het volgende:

1. TO - TK
2. TK - TO
3. TO = TK
4. TO / TK

Wat is de formule van TK?

1. TK = P*Q
2. TK=TW-TO
3. TK=TCK+TVK
4. TK=TCK-TVK

TO = 10q en TK =5q +300
Bereken het resultaat bij q=50, q=100 en q=200

Aan de slag

Nu tijd voor maken zelftest op blz 71 tot 5 minuten voor einde les

Terugblik op doelen

Marktvormen

Concurrentie

Kartel

Herhaling hoofdstuk 2

Huiswerk

Maken/nakijken/verbeteren zelftest op blz. 71

Start volgende les een foto uploaden 

'MAAR MN SCHRIFT LIGT NOG THUIS'