Oefenen!

lesdoel
Aan het einde van deze oefening herken ik de 
persoonsvormen
in een zin.


1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

lesdoel
Aan het einde van deze oefening herken ik de 
persoonsvormen
in een zin.


Slide 1 - Diapositive

Hoe zoeken we de persoonsvorm(en) in een zin bij werkwoordspelling?
timer
0:30
timer
1:00
A
zin in een andere tijd zetten
B
zin van getal veranderen (enkelvoud/meervoud)
C
zin vragend maken

Slide 2 - Quiz

Waarom kun je bij werkwoordspelling beter niet de zin vragend maken?

Slide 3 - Question ouverte

oefening
We gaan oefenen met het zoeken van persoonsvormen 
in zinnen.

Slide 4 - Diapositive

Geef van elke zin aan 
wat de persoonsvorm(en) is(zijn)!

Slide 5 - Diapositive

1) Bram fietst altijd op een mountainbike.
timer
0:30

Slide 6 - Question ouverte

2) Alicia heeft haar zusje leren fietsen.

timer
0:30

Slide 7 - Question ouverte

3) Chris heeft gisteren wel vier uur gefietst.
timer
0:30

Slide 8 - Question ouverte

4) Annika fietste altijd over de brug want ze vond dat de snelste route.
timer
0:30

Slide 9 - Question ouverte

5) Daan vond het onzin dat Dave al om half acht wegfietste.
timer
0:30

Slide 10 - Question ouverte

6) Danielle beloofde haar moeder dat ze niet alleen zou fietsen.
timer
0:30

Slide 11 - Question ouverte

7) Dion juicht omdat zijn vader hem een nieuwe fiets belooft.
timer
0:30

Slide 12 - Question ouverte

8) Daphne heeft genoeg geld voor een nieuwe fiets, wat mij verbaast.
timer
0:30

Slide 13 - Question ouverte

9)Wij gaan met de hele familie fietsen en ik heb de route bepaald.
timer
0:30

Slide 14 - Question ouverte

10) Mijn oom wil altijd vertellen wat hij tijdens zijn fietstochten beleeft.
timer
0:30

Slide 15 - Question ouverte