NE 1B - Lezen en Taalverz. (sp) (les 9)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welkom

Nederlands

Lezen

Huiswerk

Huiswerk 

• Lezen opdracht 4 (blz 53).
• ...

Bibliotheek 

• Account aanmaken.
  
• Apps downloaden: ebooks en luisterbieb.

Toets: maandag 7-10

Lezen hst 1 en 2.

• Leer de theorie.
• Neem de opdrachten nogmaals door.

Huiswerk bespreken

Herhaling lesdoel spelling

• Je kunt hoofdletters gebruiken.
• Je kunt punten en vraagtekens gebruiken.

Herhaling lesdoel lezen

• Je weet wat een alinea is. 
  
• Je kunt ontdekken waar een alinea over gaat.

Nakijken

• Opdracht 7 en 8 (blz 39).
  
• Opdracht 1 en 2 (blz 50).

Extra uitdaging

Lees tekst 2 (blz 13) hardop.

Leg de hoofdletter en punten uit.

Hoofdstuk 2 - Lezen (alinea's)

Lesdoel

• Je weet wat een alinea is.
• Je kunt ontdekken waar een alinea over gaat.

Opdracht

• Maak opdracht 3 (blz 51) in 10 minuten stilte.
• Bespreek de antwoorden.
• Samen nakijken.

Hoofdstuk 1 - Taalverzorging (formuleren)

Nieuw lesdoel

• Je kent het verschil tussen de- en het-woorden.
• Je kunt opzoeken of iets een de- of het-woord is.
• Je weet hoe je naar de- en het-woorden kunt verwijzen.

Opdracht

• Maak de startopdracht (blz 40).
• Samen de theorie bespreken.
• Voer de extra uitdaging uit.

Extra uitdaging

• Pak een woordenboek of gebruik www.vandale.nl.
• Probeer zoveel mogelijk moeilijke de- of het-woorden te verzamelen.
• Vorm tweetallen.
• Laat je 'tegenstander' raden welk lidwoord bij dat woord hoort.
• Wie de meeste woorden goed raad, wint.

Hoofdstuk 1 - Taalverzorging (formuleren)

Nieuw lesdoel

• Je kent het verschil tussen de- en het-woorden.
• Je kunt opzoeken of iets een de- of het-woord is.
• Je weet hoe je naar de- en het-woorden kunt verwijzen.

Opdracht

• Maak opdracht 1 en 2.
• Lees nogmaals de theorie goed.

Hoofdstuk 1 - Taalverzorging (formuleren)

Nieuw lesdoel

• Je kent het verschil tussen de- en het-woorden.
• Je kunt opzoeken of iets een de- of het-woord is.
• Je weet hoe je naar de- en het-woorden kunt verwijzen.

Uitleg

• De  > deze, die: de agent, deze agent, die agent
• Het > dit, dat: het huis, dit huis, dat huis

Hoofdstuk 1 - Taalverzorging (formuleren)

Nieuw lesdoel

• Je kent het verschil tussen de- en het-woorden.
• Je kunt opzoeken of iets een de- of het-woord is.
• Je weet hoe je naar de- en het-woorden kunt verwijzen.

Opdracht

• Maak opdracht 3 en 4.
• Samen opdracht 1 en 2 nakijken.

Huiswerk

Huiswerk 

• Lezen opdracht 4 (blz 53).
• ...

Bibliotheek 

• Account aanmaken.
  
• Apps downloaden: ebooks en luisterbieb.

Toets: maandag 7-10

Lezen hst 1 en 2.

• Leer de theorie.
• Neem de opdrachten nogmaals door.

Samen lezen