UNité 3 les 3

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Salut V2!

Le 11 février, 2025

BIENVENUS

- prenez vos livres

Qu'est -ce qu'on va faire?

• quiz
• corriger les devoirs (ex 8, 9 et 10)
• écouter 11 en 12
• apprendre 4
• apprendre 5

Lesdoelen/buts

Aan het eind van de les:

- ken ik het werkwoord mettre

- kan ik een vragen beantwoorden bij een Franse luisteropdracht

- ken ik de vormen van het bijvoeglijk naamwoord in het Frans

Wat betekent mettre?

1. leggen
2. zetten
3. aantrekken
4. aandoen

Tu .... (mettre, présent)

1. Tu mettre
2. Tu mettres
3. Tu met
4. Tu mets

elles ... (mettre, présent)

1. mettent
2. mettons
3. mettez
4. met

Pierre ______ la table (mettre-présent)

1. met
2. mettez
3. mettent
4. mets

Vous ... un nouveau pantalon (mettre, présent)

1. mettons
2. metez
3. mettez
4. mettent

Wat is het voltooid deelwoord van mettre?

1. mis
2. mets
3. metté
4. mes

Wat is het hulpwerkwoord bij het werkwoord mettre in de passé composé?

1. Avoir
2. Être
3. aller
4. prendre

elle.....(mettre passé composé)

1. elle a misé
2. elle a mettu
3. elle a mettré
4. elle a mis

l'adjectif

het bijvoeglijk naamwoord

bijzondere vormen

ga naar bladzijde 102

les devoirs

-  ler apprendre 4

- herhalen apprendre 3

- maken  ex 16 A t/m C