Herhaling rechtsstaat: quizvragen

Trias politica bestaat uit..?
A
wetgevende, uitvoerende, controlerende macht
B
uitvoerende, wetgevende, controlerende macht
C
wetgevende, uitvoerende, rechterlijke macht
D
wetgevende, politieke, controlerende macht
1 / 26
suivant
Slide 1: Quiz
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Trias politica bestaat uit..?
A
wetgevende, uitvoerende, controlerende macht
B
uitvoerende, wetgevende, controlerende macht
C
wetgevende, uitvoerende, rechterlijke macht
D
wetgevende, politieke, controlerende macht

Slide 1 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In wat voor landen is er geen sprake van trias politica?
A
Dictatuur
B
Democratie
C
Linkse overheden
D
Rechtse overheden

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie heeft de uitvoerende macht in de Trias Politica?
A
Parlement
B
Regering
C
De rechters

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen klassieke en sociale grondrechten
A
Klassieke grondrechten zijn afdwingbaar
B
Sociale grondrechten zijn linkse propaganda
C
Klassieke grondrechten zijn er al vanaf de oudheid

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Iemand zoekt al twee jaar naar een baan. Op grond van de sociale grondrechten kan hij via de rechter van de overheid een baan eisen.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voorbeeld van een klassiek grondrecht?
A
Stemrecht
B
Vrijheid van meningsuiting
C
Recht op werk
D
Recht op onderwijs

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kun je naar de rechter stappen omdat een overheid niet zorgt voor jouw sociale grondrechten?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke omschrijving past het beste bij sociale grondrechten:
A
Bescherming tegen de overheid
B
Bescherming door de overheid

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen
klassieke en sociale grondrechten?
A
sociale grondrechten gaan over je relatie tot je medemens, klassieke grondrechten gaan over jezelf
B
sociale grondrechten zijn afdwingbaar, klassieke grondrechten niet.
C
klassieke grondrechten zijn afdwingbaar, sociale grondrechten niet.
D
de overheid heeft een inspanningsverplichting ten aanzien van de klassieke grondrechten.

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sociale grondrechten
A
beschermen ons tegen de overheid
B
zijn plichten van de overheid

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geen kenmerk van het legaliteitsbeginsel is
A
Vrije meningsuiting
B
Strafmaat
C
Strafbaarheid
D
Ne-bis-idem regel

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het legaliteitsbeginsel kun je niet herkennen aan
A
Strafbaarheid
B
Ne-bis-in-idem-regel
C
Strafmaat
D
Onafhankelijke rechters

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bestuursrecht regelt de verhouding tussen burger en overheid
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een arbeidsovereenkomst valt onder het
A
vermogensrecht
B
ondernemingsrecht
C
personenrecht
D
staatsrecht

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ambtenaren, politie en militairen vallen onder de ...
A
de wetgevende macht
B
de uitvoerende macht
C
de wetgevende en de uitvoerende macht
D
de rechtelijke macht

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De uitvoerende macht legt verantwoording af aan de ...
A
1e kamer
B
2e kamer
C
1e + 2e kamer
D
de regering

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sociale grondrechten
A
beschermen ons tegen de overheid
B
zijn plichten van de overheid

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

'De overheid mag alleen beperkingen opleggen aan de vrijheid van burgers als die beperkingen in wetten zijn vastgelegd', dit noemen we ...
A
Legaliteitsbeginsel
B
Strafbaarheid
C
ne bis in idem regel
D
De taak van het openbaar ministerie

Slide 18 - Quiz

Ne bis in idem: Het principe houdt in dat een persoon niet tweemaal voor dezelfde overtreding of misdaad kan worden vervolgd of gestraft. Het is een juridisch beginsel dat is ontworpen om dubbele bestraffing te voorkomen en een vorm van bescherming biedt tegen willekeurige of buitensporige strafmaatregelen.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een journalist moet naar de gevangenis, omdat hij kritiek heeft op de regering, hoort bij ...
A
een rechtsstaat
B
een dictatuur

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een rechter kan niet worden ontslagen, hoort bij ..
A
een rechtsstaat
B
een dictatuur

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent de ne bis in idem-regel?
A
Je kunt alleen gestraft worden voor overtreding van regels die in de wet staan en die voor iedereen gelden
B
Een verdachte kan via de rechter zijn sociale grondrechten afdwingen.
C
De maximale straf die een rechter kan opleggen is wettelijk vastgelegd
D
Je kunt niet twee keer voor hetzelfde strafbare feit worden vervolgd.

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Met welk onderdeel van de rechtsstaat heeft dit voorbeeld te maken: Als op zes april de boete voor te snel rijden verhoogd wordt, betaalt iemand die op vijf april te snel reed de oude boete.
A
Grondrechten
B
Onafhankelijke rechtspraak
C
Legaliteitsbeginsel
D
Machtenscheiding

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Veiligheid of vrijheid?
Rechtshandhaving = de overheid moet zorgen voor de veiligheid van burgers. 
Rechtsbescherming = de grondwet beschermt burgers tegen andere burgers en tegen machtsmisbruik van de overheid. 

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

\

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions