B1B - les 20 - H1 tm H4 Spelling opfrissen

Welkom! 


  • Ga alvast naar LessonUp! De les
       staat voor je klaar. Zit je er nog
       niet bij? Klascode: yignj.
  • Houd je leerboek bij de hand.

We lopen volgens planner, fijn!
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom! 


  • Ga alvast naar LessonUp! De les
       staat voor je klaar. Zit je er nog
       niet bij? Klascode: yignj.
  • Houd je leerboek bij de hand.

We lopen volgens planner, fijn!

Slide 1 - Diapositive



  • lesdoelen
  • uitleg wat je kunt verwachten 
     op de toets
  • uitleg werkwoordspelling
  • extra oefenen
  • checken lesdoelen
Wat gaan we doen?

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
  • Aan het einde van deze les weet je wat je precies kunt verwachten
     op de toets H1 t/m H4 Spelling.
  • Aan het einde van deze les is je kennis van werkwoordspelling
     opgefrist.

Slide 3 - Diapositive

Toets H1 t/m H4 Spelling
  • Je kunt de pv tt correct spellen.
  • Je kunt de pv vt correct spellen.
  • Je kunt het vd correct spellen.
  • Je kunt van werkwoorden bepalen of je te maken hebt met de pv tt,
     pv vt of het vd en deze correct spellen.
  • Je kunt de meervoudsvormen van woorden geven.
  • Je kunt van zelfstandig naamwoorden verkleinwoorden maken.
  • Je kunt hoofdletters en leestekens plaatsen.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Wat is juist?
Het (gebeuren) me niet nog een keer.
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 6 - Quiz

Wat is juist?

De docent (beloven) ons allemaal een voldoende.
A
belovte
B
belofde
C
beloofde
D
beloofte

Slide 7 - Quiz

Wat is juist?

Ook Griekenland heeft het verdrag (ondertekenen).
A
ondertekent
B
ondertekend
C
ondertekendt
D
ondertekende

Slide 8 - Quiz

Wat is juist?

De aangerichte schade werd helemaal door de verzekeringsmaatschappij (vergoeden).
A
vergoed
B
vergoedt
C
vergoet
D
vergoedde

Slide 9 - Quiz

Wat is juist?

Hij (bewonderen) het beroemde schilderij in het Rijksmuseum.
A
bewonderd
B
bewonderdt
C
bewondert
D
bewonderdde

Slide 10 - Quiz

Even terug naar de lesdoelen
  • Weet je goed genoeg wat er van je verwacht wordt op de toets
     H1 t/m H4 spelling?
  • En is je kennis van werkwoordspelling voldoende opgefrist?

Slide 11 - Diapositive