Hoofdstuk 5 Verhoudingen 5.2 + 5.3

Welkom
Schrijf de opgaven waar je vragen over hebt op het bord.
Je laptop blijft in de tas.
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 75 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Schrijf de opgaven waar je vragen over hebt op het bord.
Je laptop blijft in de tas.

Slide 1 - Diapositive

Doelen
Aan het einde van deze les kan/weet jij...
... met een verhoudingstabel iets berekenen.
... percentages berekenen met een verhoudingstabel.
... van procenten naar aantallen rekenen met een verhoudingstabel.


Slide 2 - Diapositive

Vorige les
Waar zijn we mee bezig geweest?

Slide 3 - Diapositive

Waarom is 100:1 beter dan 200:2 ?

Slide 4 - Diapositive

Waarom is 100:1 beter dan 200:2 ?
Uitleg :
Beide verhoudingen betekenen hetzelfde.
Maar een VERHOUDING is altijd geschreven met de 
KLEINST MOGELIJKE HELE GETALLEN !

Slide 5 - Diapositive

Wanneer is een tabel een verhoudingstabel?

Slide 6 - Diapositive


Je brengt folders rond. Je verdient €6 per week en €0,05 per folder, dat kan in een tabel.

Is dit een verhoudingstabel?

Slide 7 - Diapositive


Je brengt folders rond. Je verdient €6 per week en €0,05 per folder, dat kan in een tabel.

Is dit een verhoudingstabel?

Nee, want bij 2x zoveel folders verdien je niet 2x zoveel. 

Slide 8 - Diapositive

5.2 Rekenen met een verhoudingstabel
  • Je kan met een verhoudingstabel iets berekenen.

Slide 9 - Diapositive


Je auto verbruikt 7 liter benzine per 100 km. 
Je wilt weten hoeveel benzine je verbruikt als je 65 km rijdt.

Slide 10 - Diapositive

Je berekent eerst hoeveel liter je gebruikt per km, daarna voor 65 km. 
berekening boven:
->100 :100 x65
berekening onder:
->7:100x65 = 4,55
Dus je verbruikt 4,55 liter als je 65 km rijdt. 


dit vakje laat je leeg
!

Slide 11 - Diapositive

In iedere 7 schooltassen zitten 28 potloden. Hoeveel potloden zitten in 8 tassen?

Slide 12 - Diapositive

Zelfstandig werken
Tijd? –
Hoe werk je? – Eerste 5 minuten in stilte daarna op fluistertoon overleggen.
Hulp? – 1. Lees de theorie en kijk naar de voorbeelden.
                 2. Overleg binnen je rij.
                 3. Vraag de docent.
Klaar? – Nakijken daarna maken uitdagende opdrachten.
Maken? – 5.2 opgave 8, 9, 11, 12, 13, 14


timer
5:00

Slide 13 - Diapositive

5.3 Procenten
  • Je kan percentages berekenen met een verhoudingstabel.
  • Je kan van procenten naar aantallen rekenen met een verhoudingstabel.

Slide 14 - Diapositive

In een klas zitten 20 leerlingen. Op een dag zijn 13 leerlingen ziek. Hoeveel procent is dat?

Slide 15 - Diapositive

Nog een voorbeeld?: In een klas zitten 20 leerlingen. Op een dag zijn 6 leerlingen ziek. Hoeveel procent is dat?

Slide 16 - Diapositive

Een school heeft 600 leerlingen. 58% van de leerlingen komt uit Ommen. Hoeveel leerlingen komen uit Ommen?

Slide 17 - Diapositive

In een klas zitten 20 leerlingen. Op een dag is 45% van de leerlingen afwezig. Hoeveel leerlingen zijn dat?

Slide 18 - Diapositive

Zelfstandig werken
Hoe werk je? – Eerste 5 minuten in stilte daarna op fluistertoon overleggen.
Hulp? – 1. Lees de theorie en kijk naar de voorbeelden.
                 2. Overleg binnen je rij.
                 3. Vraag de docent.
Klaar? – Nakijken daarna maken uitdagende opdrachten.
Maken? – 5.2 opgave 8, 9, 11, 12, 13, 14
                     5.3 opgave 16, 17, 18, 21, 22, 23


timer
5:00

Slide 19 - Diapositive

Doelen
Aan het einde van deze les kan/weet jij...
... met een verhoudingstabel iets berekenen.
... percentages berekenen met een verhoudingstabel.
... van procenten naar aantallen rekenen met een verhoudingstabel.


Slide 20 - Diapositive

Afsluiting

Slide 21 - Diapositive

Met verhoudingstabellen kan je ook een vergelijking maken.
wasmiddel 1 kost 
€4,95 voor 4,5 kg, 
wasmiddel 2 kost
€2,80 voor 2,5 kg

Welk wasmiddel is het voordeligst?

Slide 22 - Diapositive

In beide tabellen naar 1 kg terugrekenen
berekening
1) boven : 4,5 onder:4,5
2) boven :2,5 onder: 2,5

Wasmiddel 1 is €0,02 cent goedkoper. 

Slide 23 - Diapositive