laatste les voor de toets 1M3

• wis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Meld je alvast aan met de code:

Wat gaan we doen vandaag?

- Welkom

- Fijne vakantie gehad? 

- Quiz over alle paragrafen 

LAPTOP BIJ JE HOUDEN!

lesson-up quiz

H1 : Getallen

2.1 Getallen

2.2 Afronden

2.3 Bewerkingen

2.4 Optellen en aftrekken

2.5 Breuken optellen en aftrekken

2.6 Vermenigvuldigen met breuken

Hoe pakken we dit aan?

1. We gaan de laptops erbij pakken en melden ons aan

2. Bij elke paragraaf heb ik een aantal vragen bedacht

3. Bij elke fout antwoord schrijf je op een blaadje het vraagnummer op

4. Aan het einde van de quiz, kan je aan de hand van je fouten extra hulp opgave krijgen. Deze zijn dan speciaal voor de fouten die jij hebt gemaakt!

paragraaf 2.1 Getallen
1. Welke waarde heeft de 1 in
210345,87

1. 1.000
2. 10.000

2. Welke waarde heeft de 7 in
210345,87

1. zeven
2. 7 tiende
3. 7 duizendste
4. 7 honderdste

3. Schrijf 34,6 miljoen in woorden

1. vierendertig miljoen zeshonderdduizend
2. drieënveertig miljoen zeshonderdduizend
3. vijfendertig miljoen zesduizend
4. drieënveertig miljoen zesduizend

4. Schrijf dit getal in woorden
234.000.000

1. tweehonderd vierendertig miljard
2. twee miljard vierendertig
3. tweehonderd vierendertig miljoen

5. Wat zijn de delers van 24

1. 1,2,3,4,6,12
2. 2,4,6,12
3. 1,2,4,12,24
4. 1,2,3,4,6,8,12,24

6. Wat zijn de eerste vier veelvouden van 12

1. 1,12,24,48
2. 12,24,48,96
3. 12,24,36,48
4. 1,2,3,4,6,12

7. Welke getallenreeks is oneven

1. 2, 3, 5, 7, 9
2. 2, 13, 15, 17, 18
3. 3, 5, 9, 13, 23
4. 1, 2, 6, 8, 10

Paragraaf 2.2 afronden
8. Rond 567890 af op duizendtallen

1. 568.000
2. 567.000
3. 570.000
4. 576.000

Paragraaf 2.3 Bewerkingen
9. Bereken 3 + 5 - 48 : 16 =

1. 5
2. 3
3. 1
4. 2

10. Bereken
49 : 7 + 5 × ( 4 + 6) =

1. 120
2. 75
3. 57

Paragraaf 2.4 optellen en aftrekken
11. Bereken 15 + −33 – 6 =

1. 24
2. -24
3. 54
4. 42

12. Bereken
-6-8 =

1. -20
2. -2
3. -12
4. -14

13. Bereken
-21--21 =

1. 21
2. 0
3. 24
4. -21

14. Bereken
38--52 =

1. -14
2. 90
3. 14
4. -90

15. Bereken
−5 – (−20 + 5) =

1. 15
2. 10
3. -15
4. -15

16. Bereken
90 - 6 x 7 - 6 =

1. - 42
2. - 54
3. 582
4. 42

17. < of >
134 … 143
−100 … 0

1. 134 < 143 −100 > 0
2. 134 < 143 −100 < 0
3. 134 > 143 −100 > 0
4. 134 < 143 −100 > 0

Paragraaf 2.5 breuken optellen en aftrekken
18. Vereenvoudig:

​9​​8​​−​9​​2​​=

1. ​9​​6​​
2. ​9​​3​​
3. ​3​​2​​

19. Vereenvoudig

​20​​7​​+​20​​3​​=

1. ​20​​10​​
2. ​10​​5​​
3. ​2​​1​​

20. Haal de hele eruit

​4​​123​​

1. 30​4​​3​​
2. 20​4​​3​​
3. 31​4​​1​​
4. 30​4​​1​​

21. Vereenvoudig

3​3​​1​​−2​4​​3​​=

1. ​3​​10​​−​4​​11​​
2. ​12​​40​​−​12​​33​​=​3​​2​​
3. ​3​​10​​−​4​​11​​=​12​​40​​−​12​​33​​=​12​​7​​

Paragraaf 2.6 vermenigvuldigen met breuken
22. Bereken

​12​​7​​⋅7

1. ​12​​14​​=1​6​​1​​
2. ​84​​49​​
3. ​12​​49​​=4​12​​1​​
4. geen idee

23. Wat is

deel van 240

​6​​5​​

1. 220
2. 200
3. 180
4. 210

24. Vereenvoudig

​16​​15​​+​4​​3​​⋅​4​​7​​=

1. ​16​​25​​
2. ​16​​24​​=​3​​2​​=1​2​​1​​
3. ​16​​15​​+​16​​21​​=​16​​36​​=​4​​9​​=2​4​​1​​
4. ∞

Heb je je eigen fouten genoteerd uit de quiz. Dan kan je in dit schema extra oefen opgaven 

vinden per vraag.