3HV H4 Paragraaf 3 en 4 Opbrengsten en kosten

• Economie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Economie

Hoofdstuk 4 Paragraaf 3 en 4 Opbrengsten en kosten

Leerdoelen

Paragraaf 3:

Je kunt een resultatenrekening lezen.

Je kunt een resultatenrekening opstellen aan de hand van gegeven kosten en opbrengsten.

Paragraaf 4:

Je kunt begrippen en vaardigheden uit dit hoofdstuk in combinatie toepassen in nieuwe praktijksituaties.

Terugblik

een Debiteur, wat is dat?, een Crediteur, wat is dat? en het Eigen Vermogen, wat is dat?

Terugblik

Wat is hier in de onderstaande mutatiebalans nu precies gebeurt? 

Resultatenrekening

Resultatenrekening: Een overzicht van kosten en opbrengsten in een bepaalde periode. 

              Maak de resultatenrekening compleet.

kosten	januari	2020	opbrengsten
inkoopkosten	1.500	omzet	2.000
rente	250	rente	500
afschrijvingen	500
winst		Verlies
totaal		totaal

2.500

250

2.500

Resultatenrekening

Resultatenrekening: Een overzicht van kosten en opbrengsten in een bepaalde periode. Het laat zien hoe de verandering in het eigen vermogen tot stand komt. 

Resultatenrekening

Het verschil tussen opbrengsten en kosten, het saldo, wordt aan die kant van de resultatenrekening opgenomen waar je een bedrag tekort komt om het totaal van de linkerkant en de rechterkant weer gelijk te krijgen.

Bij een resultatenrekening geldt dus: beiden kanten moeten gelijk zijn, net zoals bij een balans!

Resultatenrekening gebruiken van dia 8

Resultatenrekening

Resultatenrekening: in een bepaalde periode.
Balans: Op een bepaald moment.

Resultatenrekening

Belangrijkste kenmerken van een resultatenrekening:

- Heeft een linker (kosten) en een rechterzijde (opbrengsten)

- Het is geen momentopname, maar een lopende rekening               (stroomgrootheid) 

- De resultatenrekening is altijd in evenwicht.

- Laat zien hoe de verandering in het eigen vermogen tot stand     komt (winst of verlies)

Wat is een ander woord voor een winst-en-verliesrekening

1. Resultatenrekening
2. Balans
3. resultatenbegroting
4. investeringsbegroting

Een balans bevat voorraadgrootheden en de resultatenrekening stroomgrootheden

1. Juist
2. Onjuist

Een voorbeeld van een stroomgrootheid is / zijn.....

1. loonkosten
2. voorraden
3. kasgeld
4. debiteuren

Als een bedrijf afschrijvingskosten heeft zal er iets veranderen op..

1. de balans
2. de resultatenrekening
3. zowel de balans als de resultatenrekening
4. niets

Opdrachten maken

Kijk in je studiewijzer met welke opdrachten je aan de slag kunt.