M4 voorbereiding toetsweek

Aujourd'hui:
Voorbereiding op toetsweek 1
Soorten brieven nalopen
Wat kun je al? Wat vraagt nog aandacht?
Handige tips
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Aujourd'hui:
Voorbereiding op toetsweek 1
Soorten brieven nalopen
Wat kun je al? Wat vraagt nog aandacht?
Handige tips

Slide 1 - Diapositive

De toetsweek gaat goed komen voor Frans:
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Sondage

Schrijfvaardigheid:
- Reageren op een uitnodiging
-Jezelf presenteren
-Reserveren
-Informeren

Slide 3 - Diapositive

Reageren op een uitnodiging
Je krijgt een uitnodiging voor een feest. Je bedankt voor de uitnodiging en geeft aan of je wel of niet kunt komen.
Ook nodig je de ander uit voor jouw eigen feest. 

Slide 4 - Diapositive

Hoe begin je je brief, als je diegene kent?

Slide 5 - Question ouverte

Hoe zeg je:
Hoe gaat het?

Slide 6 - Question ouverte

Hoe feliciteer je iemand met zijn/haar verjaardag?

Slide 7 - Question ouverte

Hoe zeg je:
Bedankt voor de uitnodiging

Slide 8 - Question ouverte

Klopt deze zin?
Je organiser une fête
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Als je zegt:
Oui, je veux bien
Zeg je dat je graag komt
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

Wat staat hier:
La fête aura lieu le 15 janvier.

Slide 11 - Question ouverte

Wat staat hier:
Tu viens aussi?

Slide 12 - Question ouverte

Hoe sluit je je brief af, wanneer je diegene kent?

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive

Vragen over réagir et répondre?

Slide 15 - Question ouverte

Jezelf presenteren
Je schrijft een informele brief aan een leeftijdsgenoot. Daarin vertel je enkele dingen over jezelf. Vervolgens stel je ook een vraag terug aan de ander.

Slide 16 - Diapositive

Stel jezelf voor en vertel drie dingen over jezelf:

Slide 17 - Question ouverte

Vertel iets over je familie en/of vrienden:

Slide 18 - Question ouverte

Ik ben 15 jaar:
Je suis 15 ans.
Goed of fout?
A
goed
B
fout

Slide 19 - Quiz

J'habite Doetinchem
Goed of fout?
A
goed
B
fout

Slide 20 - Quiz

Ma meilleure amie s'appelle Janneke.
Goed of fout?
A
goed
B
fout

Slide 21 - Quiz

Hoe vraag je iemand of hij/zij je snel wilt antwoorden?

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Diapositive

Vragen over se présenter?

Slide 24 - Question ouverte

reserveren
Je vult jouw gegevens in op een formulier.

Slide 25 - Diapositive

Wat vul je in bij 'nom'?

Slide 26 - Question ouverte

Wat vul je in bij 'prénom'?

Slide 27 - Question ouverte

date de naissance:

Slide 28 - Question ouverte

code postal:

Slide 29 - Question ouverte

nationalité:

Slide 30 - Question ouverte

pays:

Slide 31 - Question ouverte

Wat betekent:
nombre de personnes?

Slide 32 - Question ouverte

wat betekent:
date d'arrivée?

Slide 33 - Question ouverte

en 'heure approximative d'arrivée'?

Slide 34 - Question ouverte

Vragen over reserveren?

Slide 35 - Question ouverte

informeren
Je vraagt informatie over een plek die je wilt bezoeken

Slide 36 - Diapositive

Anders dan bij brief 1 en 2 ken je degene niet en moet je beleefd schrijven.
Waar moet je dan aan denken?

Slide 37 - Question ouverte

Hoe begin je beleefd je brief?

Slide 38 - Question ouverte

Hoe zeg je:
ik wil graag

Slide 39 - Question ouverte

Kan ik een tafel reserveren voor drie personen?

Slide 40 - Question ouverte

Ik wil graag komen vrijdag 6 september om 19:00 uur

Slide 41 - Question ouverte

Goed of fout:
Vous pouvez m'envoyer la carte?
A
goed
B
fout

Slide 42 - Quiz

goed of fout:
vous servez viande?
A
goed
B
fout

Slide 43 - Quiz

Hoe sluit je beleefd af met een vriendelijke groet?

Slide 44 - Question ouverte

Slide 45 - Diapositive

Slide 46 - Diapositive

Vragen over informeren?

Slide 47 - Question ouverte

tip:
Leer een aantal standaardzinnen uit je hoofd: dat geeft vertrouwen en zorgt ervoor dat je niet teveel hoeft op te zoeken tijdens de toets. 

Slide 48 - Diapositive

Stappenplan:
1. Bereid de opdracht goed voor door deze te lezen en een hulpbriefje te maken. Hierop schrijf je Franse steekwoorden- en zinnetjes op.
2. Schrijf een kladversie aan de hand van de steekwoorden en zinnen op je briefje.
3. Zoek woorden die je niet kent op in een woordenboek.
4. Controleer of je alle woorden goed hebt geschreven en verbeter de fouten.
5. Tel je woorden en zorg dat je binnen de gegeven marge zit.
6. Schrijf als laatste je nette, definitieve versie met alle verbeteringen, zodat je zeker weet dat alles goed is. 

Slide 49 - Diapositive

Wat neem je mee naar de toets?

Slide 50 - Question ouverte