H1 Brug 1

H1 Brug 1
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H1 Brug 1

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Je weet hoe welvaart wordt gemeten
Je weet wat de samenstelling van de beroepsbevolking in verschillende landen is. 
Je weet wat koopkracht is. 
Je kan het verschil uitleggen tussen de formele en informele sector. 
Je weet hoe welzijn wordt gemeten. 

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Voorkennis
Uitleg
Controlerende vragen
Aan de slag
Afsluiting

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Lien

Beschrijf waarom er in Nederland niet voor iedereen gelijke kansen zijn. Betrek het filmpje in je antwoord.

Slide 5 - Question ouverte

Wat is welzijn?

Slide 6 - Carte mentale

Wat is welvaart?

Slide 7 - Carte mentale

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Geef een voorbeeld van hoge, midden en lage inkomens.

Slide 13 - Question ouverte

Er wordt in Nederland 1 miljard euro verdient. Er wonen 18 miljoen mensen. Wat is het bbp/hoofd?

Slide 14 - Question ouverte

Zoek uit wat de levensverwachting van iemand uit Angola en Nederland is. Leg uit waardoor dit verschil veroorzaakt wordt.

Slide 15 - Question ouverte

Primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector
Quartaire sector

Slide 16 - Question de remorquage

Primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector
Quartaire sector

Slide 17 - Question de remorquage

De armoedegrens in Nederland ligt rond de 1200 euro per maand. In Angola ligt deze rond de 32 euro per maand. Verklaar dit verschil.

Slide 18 - Question ouverte

Aan de slag
Maak opdrachten H1 Brug 1 
Sta je onder de 6? 
Route A
Sta je tussen de 6 en 7? 
Route B
Sta je boven de 7? 
Route C

Slide 19 - Diapositive

Leerdoelen
Je weet hoe welvaart wordt gemeten
Je weet wat de samenstelling van de beroepsbevolking in verschillende landen is. 
Je weet wat koopkracht is. 
Je kan het verschil uitleggen tussen de formele en informele sector. 
Je weet hoe welzijn wordt gemeten. 

Slide 20 - Diapositive