HCWC Welzijn Hfd 5 schoonmaken

• HCWC Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

HCWC Welzijn schoonmaken

Roze boek

Thema 3

Hoofdstuk 5

Voordat je gaat schoonmaken

Even herhalen

Van een schoonmaakprotocol mag je afwijken?

1. juist
2. onjuist

In een schoonmaakprotocol staat welke handelingen gedaan moeten worden in welke volgorde?

1. juist
2. onjuist

Dagelijkse werkzaamheden zijn:

1. opruimen
2. koelkast reinigen
3. de kledingkast opruimen

Schoonmaakmethoden in de juiste volgorde:

1. Nat, droog, klamvochtig schoonmaken
2. Droog, klamvochtig, vochtig schoonmaken
3. Klamvochtig, droog, vochtig schoonmaken

Tussentijdse werkzaamheden zijn:

1. werkzaamheden die je iedere dag doet
2. werkzaamheden die je iedere of om de week doet
3. werkzaamheden die je 1x in de zoveel tijd doet

Schoonmaken doe je zo?

1. Van vochtig naar droog
2. Van vies naar schoon
3. Van boven naar beneden

Schoonmaken doe je zo?

1. van beneden naar boven
2. Van droog naar vochtig
3. van vies naar schoon

Schoonmaken doe je zo?

1. van schoon naar vies
2. van beneden naar boven
3. van vochtig naar droog

Schoonmaakdoekjes hebben vaak verschillende kleuren, hoezo dat?

Opruimen en bewaren

Regels bij het opruimen van schoonmaakmaterialen

regels bij het opruimen
van schoonmaak
materialen

Werken volgens een
goede werkvolgorde

Regels bij het opruimen van schoonmaakmaterialen

1. maak de materialen eerst schoon
2. hang vochtig materiaal op om te drogen
3. zet de materialen (zoveel mogelijk) terug op dezelfde plek
4. A,B en C zijn allen juist

Wat zijn prioriteiten stellen?

Richtlijnen daar mag (met een goede reden) vanaf geweken worden?

1. Juist
2. Onjuist

ergonomisch werken

niet ergonomisch werken

Ergonomisch en efficiënt werken doe je op de volgende manier:

1. Combineer dezelfde soort werkzaamheden
2. Wissel zwaar en licht werk met elkaar af
3. In je voorbereiding verzamel je alle middelen en materialen
4. A,B & C zijn alle drie juist

Zelf aan de slag! Theorieboek

Pagina 58 opdracht 4 

Pagina 59 opdracht 5 & 6 

Pagina 59/60  opdracht 7

Pagina 60 opdracht 8

Praktijksituatie vraag 5 pagina 64

Samenvatting pagina 65

6 Veilig en Milieubewust schoonmaken

Een gevaarlijke SITUATIE 

pagina 55 theorieboek

Schoonmaakmiddelen kunnen onveilig zijn.

1. Schoonmaakmiddel altijd in de originele fles laten zitten
2. Gevaaraanduiding staat op het etiket
3. Gevaar voor mens en milieu
4. A,B en C zijn juist

Gevaaraanduiding en signaalwoord

Universele rood-witte pictogrammen 

voorzorgsmaatregelen voor veilig gebruik

signaalwoorden = in één woord informatie geven hoe gevaarlijk het product is

Plaats een afbeelding van een gevaarpictogram wanneer je het schoonmaakmiddel verkeerd gebruikt. Zet er ook een signaalwoord bij.

Welke natuurlijke
schoonmaak producten
zijn er?

Welke combinatie van
producten zag je?

Wat doet de combinatie
van deze producten?

Welke voordelen heeft natuurazijn?

Wat is de functie van azijn?
(wat krijg je daarmee schoon)

1. Ontkalkt
2. Neutraliseert vieze geurtjes (rook, zweet)
3. Zorgt dat donkere kleuren niet afgeven
4. A, B en C zijn juist

Hoe maak je milieubewust schoon?

1. Gebruik niet meer schoonmaakmiddel dan nodig
2. Gebruik natuurlijke schoonmaakproducten
3. Maak regelmatig schoon zodat het makkelijk schoon wordt
4. A,B en C

Zelf aan de slag

Roze werkboek pagina 61 Opdracht 1

Pagina 62 Opdracht 2

Kijk filmpje toilet schoonmaken

https://youtu.be/azWQavCKSXE

Opdracht 3

Maak 63 Praktijksituatie